woensdag 4 april 2012

Pak relance fundamenteel aan



Staatssecretaris Hendrik Bogaert versmalt vandaag het relancedebat tot een debat over de index. Dit is een veel te enge benadering. Het ACV wil een grondig relancedebat.

We moeten op vele vlakken tegelijk werken : de inflatie beheersen, ons op groeimarkten richten, innoveren, opleiden, … En ook de internationale concurrentie en de loonkost spelen mee. Het ACV gaat die discussie niet uit de weg. Morrelen aan de index is echter verkeerd gepruts in de marge. En bovendien al te doorzichtig. Zo wil men het debat afwentelen op de gewone mensen die werken of een uitkering of pensioen krijgen. En die elke dag de stijgende levensduurte voelen. In hun koopkracht knippen zou trouwens bijzonder slecht zijn voor de consumptie en de economie.

Het ACV wil een fundamentele oplossing om de lasten op arbeid te verminderen. Dat kan met een nieuw sociaal contract. Dat kan door kinderbijslag en gezondheidszorg niet langer te financieren door bijdragen op arbeid. Want dit zijn algemene rechten voor de ganse bevolking : niet alleen werknemers krijgen kinderen, niet alleen werknemers hebben nood aan gezondheidszorg. Die verlaging van bijdragen voor de sociale zekerheid moet men opvangen. Dat kan door een alternatieve financiering waarin alle inkomensgroepen fair bijdragen. Het Planbureau en de Nationale Bank schoven dit vorig jaar al naar voor als de beste remedie om groei en werkgelegenheid te stimuleren.

De juiste oplossing voor het loonkostvraagstuk ligt dus in het debat over rechtvaardige fiscaliteit. Opmerkelijk is dat de grootste voorstanders voor het afbreken van de index tegelijk ook de grootste dwarsliggers zijn voor een faire fiscale bijdrage van alle inkomens. Vandaag is de last op arbeid te hoog omdat andere inkomens onvoldoende bijdragen.

Staatssecretaris Bogaert begon vandaag zijn aanval op de index trouwens met verkeerde cijfers. Onze loonkostwig (het verschil met Frankrijk, Nederland en Duitsland) zou oplopen tot 4,6%. Dit is niet correct. Hij vergeet de loonkostsubsidies mee te tellen. Het Planbureau rekende in januari 2012 wel correct en komt uit op een loonkostwig van 0,7%! Een loonkostwig die trouwens enkel te wijten is aan Duitsland. Duitsland doet aan massale loondumping: 21% van de werkende Duitsers verdient minder dan 10 euro bruto per uur! Recente stakingen in Duitsland bewijzen dat dit onhoudbaar is.

De Staatssecretaris verwees herhaaldelijk naar de wet op de loonnorm van 1996. Jammer genoeg stopte hij met lezen bij artikel 13. In artikel 14 staat dat men ook aan andere inkomensgroepen dan werknemers inspanningen kan vragen (vrije beroepen, aandeelhouders,...). Dit artikel is tot op heden nog nooit toegepast. Terwijl vandaag al een strenge loonnorm geldt voor de werknemers. De andere inkomens (vrije beroepen, topmanagers, aandeelhouders, …) hebben hier geen last van. Het ACV vraagt dat ook zij voor hun verantwoordelijkheid worden geplaatst.

dinsdag 3 april 2012

Carcoke-site: industrie is welkom maar niet tegen eender welke prijs

(Gemeenschappelijk standpunt van ACV-Brussel, IEB en BRAL)

Met de oude Carcoke-site beschikt het Brussels Gewest over een industrieterrein van 12 ha. langs het kanaal. Katoen Natie, gerenommeerd om zijn logistieke knowhow, kreeg de opdracht de site te ontwikkelen en bedrijven aan te trekken die geïnteresseerd zijn in het gebruik van het kanaal.

ACV-Brussel, IEB en BRAL houden er aan enkele essentiële punten in herinnering te brengen:



  • Een geïntegreerde ontwikkeling van de economische activiteiten en het stadsweefsel moet prioritair zijn. Zeker in een havengebied waar de toegang tot het water een unieke troef is. De kanaalzone dient economische activiteiten te ontwikkelen die ten dienste staan van de stad. Een multimodale logistieke activiteit die de stad bevoorraad past in deze visie.

  • Teneinde een harmonieus samenleven tussen economische functies, huisvesting en de bewoners te bevorderen, dient er een effectenstudie en een bedrijfsvervoerplan gemaakt te worden. Dit om (onder meer) de impact op de mobiliteit na te gaan en zicht te krijgen op het woon-werkverkeer van de toekomstige werknemers.

  • We onderstrepen dat publiek-private samenwerkingen zoals opgezet voor de valorisatie van de Carcoke-terreinen - in casu het overdragen van publieke werken gekoppeld aan verplichtingen betreffende het gebruik van de waterweg en het creëren van tewerkstelling van bij de aanvang aandachtiger en met meer zorg moeten worden opgezet. Er moet absoluut vermeden worden dat juridische lacunes toelaten de eigenlijke doelstellingen te omzeilen. Het kan ook niet dat enkel het belang of het comfort van de privé-partners consequenties hebben die tegenstrijdig zijn met de gewestelijke politiek qua duurzame ontwikkeling en de belangen van de Brusselaars op lange termijn.

  • Ten laatste: alle economische activiteiten die zich in de Havenzone ontwikkelen moeten een netto aantal arbeidsplaatsen creëren. Zo staat het trouwens ook uitgestippeld in het contract met Katoennatie. Dit is een belangrijke voorwaarde bij de toekenning van de zeldzame overgebleven terreinen.
    Deze netto creatie van tewerkstelling dient berekent te worden op (minimum) nationale schaal. De drie organisaties verkiezen vernieuwende projecten die tewerkstelling creëren in het Brussels Gewest zonder de tewerkstelling in de andere gewesten in gevaar te brengen. Ook dienen extra reistijden voor werknemers uit de andere gewesten zo veel mogelijk vermeden te worden. Zeker gezien de nu al zeer moeilijke Brusselse mobiliteitssituatie.

Omdat de Brusselse regering op een bepaald moment een beslissing moet nemen bedrijven al dan niet te ontvangen, stellen de drie organisaties zich onder meer volgende vragen :



  • Wat zijn de garanties dat het project bijdraagt tot het dalen van de torenhoge Brusselse werkloosheid ?

  • Zijn er garanties dat het gecreëerde werk degelijk betaald wordt en in goede omstandigheden kan uitgevoerd worden? Brussel is een dure stad waarin enkel een correct salaris toelaat deftig te wonen en te leven.

  • Hoe kunnen we deze bedrijven aanmoedigen banden aan te knopen met de rest van de Brusselse economie? Bv door onderaanneming bij lokale/nabijgelegen bedrijven te stimuleren? Dit kan mogelijk negatieve effecten compenseren die hun inplanting met zich meebrengt.

Alternatief
Moesten slechts 1 of 2 bedrijven interesse tonen voor deze site en zij voldoen niet aan de nodige voorwaarden, vormt de site van Schaarbeek Vorming een mogelijk alternatief. Ze beschikt niet alleen over de uitstekende troef dat je er gebruik kan maken van het openbaar vervoer, ze is ook nog eens in handen van een federale publieke maatschappij. Wat het de heer Magnette, bevoegd minister en begaan met duurzame ontwikkeling, mogelijk maakt een beslissing te nemen ten dienste van het algemeen belang.