donderdag 20 december 2012

woensdag 12 december 2012

Waardig werk voor huispersoneel: België moet goede voorbeeld geven

ABVV, Algemene Centrale-ABVV, ACLVB, ACV, ACV-Voeding en Diensten, fos-socialistische solidariteit en Wereldsolidariteit vragen aan de Belgische regering om werk te maken van een spoedige ratificatie van Conventie 189 voor Waardig Werk voor Huispersoneel.

Wereldwijd werken meer dan honderd miljoen mensen als huispersoneel. Zij koken, maken schoon, zorgen voor kinderen en ouderen. Het overgrote deel van hen zijn vrouwen (82%), vaak gaat het ook over migranten en kinderen. Nog al te vaak worden zij niet beschouwd als echte werknemers en laten hun arbeidsomstandigheden te wensen over.

Op 16 juni 2011 keurde de Internationale Arbeidsorganisatie echter de Conventie Waardig Werk voor Huispersoneel goed, met de bijhorende aanbeveling. Een breed geratificeerde IAO-conventie zou voor deze enorme groep werknemers wereldwijd een zeer belangrijke sociale doorbraak zijn. Conventie 189 voorziet immers in het recht op een minimumloon (in landen waar dit bestaat); een maandelijkse betaling van dit loon; toegang tot sociale zekerheid (ook bij zwangerschap);een vrije dag per week; afspraken rond arbeidstijd en het recht om zich te verenigen in een vakbond.

Ondertussen hebben landen zoals Uruguay, de Filippijnen, Mauritius, Nicaragua en Bolivia de conventie al geratificeerd. Zij kan van kracht gaan en is ook afdwingbaar in deze landen. Een brede ratificatie van Conventie 189 zou voor miljoenen mensen een volwaardige erkenning als werkneemster en werknemer mét rechten betekenen. Om regeringen aan te zetten tot ratificatie voert het Internationaal Vakverbond IVV samen met zijn partners wereldwijd actie op 12 december 2012.

Tot nog toe ratificeerde geen enkel Europees land de Conventie. In het Belgisch regeerakkoord van 1 december 2011 werd de ratificatie wel opgenomen.

ABVV, ABVV Algemene Centrale, ACLVB, ACV, ACV-Voeding en Diensten, fos-socialistische solidariteit en Wereldsolidariteit vragen dat België nu ook leiderschap toont en een politiek signaal geeft aan andere landen. De organisaties zijn van mening dat alle elementen op tafel liggen om de conventie spoedig te ratificeren. Zij moet zo snel mogelijk behandeld worden door de ministerraad en samen met een positieve aanbeveling worden voorgesteld aan het parlement.

dinsdag 11 december 2012

Opstart loonkloofwet dreigt in water te vallen


Op een ACV-studiedag over de loonkloofwet (met ruim 350 aanwezigen), stelde nationaal secretaris van het ACV Mathieu Verjans vast dat de regering onbetamelijk lang blijft dralen met de uitvoering van de loonkloofwet. Deze wet werd in het parlement goedgekeurd op 8 maart 2012. Maar acht maanden later is het nog altijd wachten op de uitvoeringsbesluiten. Daardoor dreigt de start in 2013 van de loonkloofwet in het water te vallen. Het blijft voor vele ondernemingen onduidelijk hoe en vanaf wanneer deze wet moet worden toegepast. Het ACV dringt daarom aan dat de regering nog deze maand werk maakt van de uitvoering van deze wet.

Acht maanden na de goedkeuring van de wet is de Nationale Bank nog steeds niet klaar met een aangepast schema van de sociale balans op zijn website. Dat aangepast schema is pas gepland tegen maart 2013. Tegen die tijd hebben de meeste werkgevers wel al met de bestaande formulieren hun documenten over de sociale balans samengesteld om de bespreking te beginnen in hun comité en ondernemingsraad. En dreigt er veel geharrewar of die opsplitsing van de loonkost nu al moet, vanaf 2013, of pas vanaf volgend jaar. De wet is nochtans heel duidelijk: het moet voor alle jaarrekeningen afgesloten na 8 september 2012. En de aanpassing van het wettelijk formulier schema is erg eenvoudig: het gaat slechts om de opsplitsing van een paar rubrieken.

Ook de start van de verplichting om analyserapporten op te stellen rond de loonverschillen verloopt rommelig. Het in de wet voorziene standaardformulier dat de Minister van Werk moet opstellen is er nog steeds niet. Het is nog wachten op een uitvoeringsbesluit. En ook de datum wanneer dit tweejaarlijks rapport de eerste keer moet verstrekt worden aan en besproken worden op de ondernemingsraad of Comité PB is onduidelijk.

“ Zo worden belangrijke kansen gemist om werknemers en werkgevers in de ondernemingen aan het werk te zetten om werk te maken van de loonkloof. Dat is erg jammer”, stelde Mathieu Verjans. “Omdat door dit getreuzel de ongelijke behandeling van mannen en vrouwen langer blijft duren. De regering moet dan ook zeer snel werk maken van de uitvoering van deze wet . Anders gaat opnieuw een volledig jaar verloren om de loonkloof weg te werken”.

De loonkloofwet werd op 8 maart 2012 in het parlement goedgekeurd. Deze loonkloofwet is een erg belangrijke mijlpaal in het aanpakken van de loonkloof in ondernemingen. Ondernemingsraden en comités zullen voortaan heel precies geïnformeerd worden over de verschillen in loonkost tussen mannen en vrouwen in alle grote ondernemingen van de privésector. Door die kleine toevoeging in de sociale balans komen de verschillen in loonkost per gewerkt uur tussen manen en vrouwen duidelijk op tafel. En kan er vergeleken worden met de situatie in gelijkaardige ondernemingen of met sector gemiddelden. Zo kunnen werkgevers en werknemers in het sociaal overleg op ondernemingsniveau op zoek naar de oorzaken van die loonkloof in eigen onderneming: ligt het aan het glazen plafond, aan de loon- en functieclassificatie, aan het verschil in jobs tussen mannen en vrouwen .

Een tweede instrument in de loonkloofwet is de verplichting voor werkgevers om een gelijke kansen rapport op te maken. Met een gedetailleerde analyse van de verschillen in loon en voordelen in natura tussen mannen vrouwen op het werk. Op basis waarvan ondernemingsraden en comités PB kunnen beslissen tot het opmaken van een actieplan.



woensdag 5 december 2012

80% klachten van uitzendkrachten gaan over loon


Het ACV analyseerde de klachten van uitzendkrachten die het in de periode tussen 1 januari en 15 oktober 2012 ontving. Opvallend: 80% van de 758 bij het ACV geregistreerde klachten zijn gerelateerd met loon. Deze 758 klachten zijn waarschijnlijk maar het topje van de ijsberg. Lang niet alle klachten werden geregistreerd. Omdat een telefonisch advies of een mail volstond voor uitzendkracht. Omdat een ACV-afgevaardigde het probleem regelde. Omdat de uitzendkracht liever niet wou dat het ACV contact opnam met het uitzendkantoor of met zijn werkgever. Of omdat een uitzendkracht zijn rechten onvoldoende kent. Om uitzendkrachten nog beter te informeren over hun rechten zal het ACV in de loop van december 50 000 exemplaren van de nieuwe folder ‘Uitzendkracht, ken uw rechten’ verdelen in ondernemingen en ACV dienstencentra.

Het ene uitzendkantoor is het andere niet
In de geregistreerde klachten merken we nogal wat verschillen tussen uitzendkantoren. Daarom rekende het ACV heel precies na over welke uitzendkantoren het abnormaal veel klachten kreeg. Daarvoor hield het ACV rekening met hun marktaandeel. We berekenden daarom voor elk uitzendkantoor het marktaandeel aan de hand van hun meest recente jaarrekening bij de Nationale Bank: zowel in functie van het door hen tewerkgesteld personeel als inzake omzet. Het gemiddelde van beide percentages bepaalden we als hun marktaandeel. En vergeleken dat met hun aandeel in de door ons geregistreerde klachten.

De meest negatieve uitschieter is het uitzendkantoor Accent Jobs for people. Met een marktaandeel van 4,27 % scoorten bijna drie keer zo hoog in onze klachtenregistratie (11,6%) dan je op basis van hun marktaandeel zou verwachten. Op nummer twee, maar op ruime afstand van Accent, volgt het uitzendkantoor Actief interim. Actief interim heeft een marktaandeel van 2,3%,maaar scoort dubbel zo hoog (5,14%) in onze klachtendatabank. En dan waren er ook nog de de interim kantoren van Konvert Interim, Konvert Interim Vlaanderen, Konvert Wallonie, Konvert Konstrukt en Konvert Office, allemaal samen goed voor een marktaandeel van 3,27 % in onze methode of 3,7 % als we enkel naar personeelsaantallen kijken. We registreerden voor die Konvert- onderdelen samen 36 klachten of 4,7 % van al onze klachten. Verhoudingsgewijs scoort Konvert daarmee op de derde plaats in onze rangschikking.

Met de gegevens van dit onderzoek kunnen we ook gaan kijken welke uitzendkantoren het beter doen dan gemiddeld. De uitzendkantoren waarover we veel minder klachten ontvingen dan waar we normaal zouden kunnen van uitgaan. Ook daar is er één duidelijke uitschieter: marktleider Randstad. Met een totaal van 82 geregistreerde klachten is Randstad ook bij het ACV de marktleider wanneer het om klachten van uitzendkrachten gaat. Maar Randstad is ook het veruit grootste uitzendkantoor. En scoort met 10,8% van alle klachten ruim de helft onder zijn marktaandeel van 21,35 %. Verhoudingsgewijs is Randstad dus het betere uitzendkantoor: ze doen het inzake het vermijden van klachten eigenlijk dubbel zo goed als het sectorgemiddelde. Ook andere bekende uitzendkantoren scoren goed. Op de tweede plaats noteren we Tempo Team: met een marktaandeel van 9,52% en een klachtenaandeel van 5,5% scoren ze eveneens ver boven het sectorgemiddelde. Manpower Belgium met een marktaandeel van 7,76 % en een klachtenpercentage van 5,8% krijgt de derde plaats op het erepodium.

dinsdag 4 december 2012

Je anonimiteit bewaren door 25 procent te betalen


Als we willen dat iedereen naar draagkracht belastingen betaalt, zijn er twee maatregelen onmisbaar: de volledige opheffing van het bankgeheim en het aanleggen van een vermogenskadaster. Het is onmogelijk om op een rechtvaardige manier belastingen te heffen en de fraude te bestrijden, als de Fiscus niet weet wat er op de bankrekeningen staat van de belastingplichtigen.

In de vorige saneringsoperatie nam de regering Di Rupo een maatregel die een klein aanzetje vormde tot meer transparantie, door er een meldingsplicht aan te koppelen. Ze verhoogde de roerende voorheffing van 15 naar 21 procent op sommige interesten en dividenden. De regering voerde bovenop de 21 procent een solidariteitsbijdrage in van 4 procent voor belastingplichtigen met een roerend inkomen van meer dan afgerond 20.000 euro.

Beleggers die interesten genieten, moeten vanaf het aanslagjaar 2013 telkens ze die ontvangen, aan hun bank zeggen of ze kiezen voor een roerende voorheffing van 21 procent of een voorheffing van 25 procent. Telkens iemand kiest voor het lagere tarief van 21%, moet de bank de uitbetaalde bedragen en de naam van de begunstigde melden aan de Fiscus. Die zal alle gegevens inventariseren die het van de verschillende banken ontvangt. Als het grensbedrag van 20.000 euro intresten is bereikt, is de solidariteitsbijdrage van 4% verschuldigd op het gedeelte boven de 20.000 euro. Iemand die onmiddellijk 25 procent voorheffing betaalt, mag zijn inkomsten geheim houden.
De belegger kan dus kiezen zijn vermogen geheim te houden door extra 4% te betalen bovenop de roerende voorheffing van 21 procent en dit vanaf de eerste euro opbrengst. Deze inkomsten moeten dan niet doorgegeven worden aan de Fiscus. Kiest de belastingplichtige niet voor de afhouding aan de bron, dan is de bijkomende heffing verschuldigd wanneer de belastingdienst de definitieve jaarbelasting vaststelt. Om dit te kunnen nagaan is er een meldingsplicht ingevoerd en dit vanaf het aanslagjaar 2013.

En nu?

Omdat het allemaal nog al ingewikkeld leek en moeilijk te organiseren, heeft de regering Di Rupo in zijn saneringsoperatie voor 2013 beslist om de roerende voorheffing voor alle uitgekeerde interesten en dividenden (behoudens enkele uitzonderingen) te verhogen naar 25 procent. De spaarboekjes blijven buiten schot. Maar tegelijkertijd heeft ze beslist de meldingsplicht te laten vallen. En zo zijn we weer naar af en is opnieuw de anonimiteit verzekerd en dit vanaf 2014.

Jaarlijks 61 miljard euro fraude in België

Een van de meest vooraanstaande specialisten op het vlak van het meten van de ondergrondse economie, is professor Friedrich Schneider van de Johannes Keppler Universiteit in Oostenrijk. Professor Schneider heeft een berekeningsmodule ontwikkeld met criteria die toelaten de ondergrondse economie in een staat te meten. Het interessante van het wetenschappelijke onderzoek van professor Schneider is, dat zijn module toelaat de ondergrondse economie in verschillende staten met elkaar te vergelijken.

Volgens deze studie zou de zwarte economie in België in 2010 geschat worden op 61 miljard euro. Ruw geschat betekent dit dat de schatkist 26 à 30 miljard euro aan inkomsten heeft gemist! In de lijst van de OESO-landen neemt België hiermee de vijfde positie in na Griekenland, Italië, Spanje en Portugal. Zeggen die landen je iets? Zijn het niet juist deze landen die de grootste financiële problemen hebben? Als we België vergelijken met Nederland, Frankrijk en Duitsland waar de cijfers van de zwarte economie gemiddeld lager zijn dan in België, en we zouden erin slagen in België het fraudepercentage terug te dringen tot het niveau van onze directe buurlanden, dan zou dit volgens het theoretisch model van professor Schneider tot gevolg hebben dat er per jaar 8 miljard euro extra in de Schatkist terechtkomt.

Wat is daarvoor nodig?

In plaats van maatregelen te nemen die vooral de midden en lage inkomens treffen en een fiscale amnestie te geven aan fraudeurs, had de regering het bankgeheim volledig moeten opheffen en zorgen dat er een vermogenskadaster kwam. Daarmee kan ze de fraude degelijk aanpakken die volgens het theoretisch model van professor Schneider 8 miljard kan opbrengen en een vermogensbelasting invoeren voor de twee procent rijkste Belgen die nog eens 8 miljard opbrengt!

Voor meer info over rechtvaardige fiscaliteit: www.hetgrotegeld.be