donderdag 20 december 2012

woensdag 12 december 2012

Waardig werk voor huispersoneel: België moet goede voorbeeld geven

ABVV, Algemene Centrale-ABVV, ACLVB, ACV, ACV-Voeding en Diensten, fos-socialistische solidariteit en Wereldsolidariteit vragen aan de Belgische regering om werk te maken van een spoedige ratificatie van Conventie 189 voor Waardig Werk voor Huispersoneel.

Wereldwijd werken meer dan honderd miljoen mensen als huispersoneel. Zij koken, maken schoon, zorgen voor kinderen en ouderen. Het overgrote deel van hen zijn vrouwen (82%), vaak gaat het ook over migranten en kinderen. Nog al te vaak worden zij niet beschouwd als echte werknemers en laten hun arbeidsomstandigheden te wensen over.

Op 16 juni 2011 keurde de Internationale Arbeidsorganisatie echter de Conventie Waardig Werk voor Huispersoneel goed, met de bijhorende aanbeveling. Een breed geratificeerde IAO-conventie zou voor deze enorme groep werknemers wereldwijd een zeer belangrijke sociale doorbraak zijn. Conventie 189 voorziet immers in het recht op een minimumloon (in landen waar dit bestaat); een maandelijkse betaling van dit loon; toegang tot sociale zekerheid (ook bij zwangerschap);een vrije dag per week; afspraken rond arbeidstijd en het recht om zich te verenigen in een vakbond.

Ondertussen hebben landen zoals Uruguay, de Filippijnen, Mauritius, Nicaragua en Bolivia de conventie al geratificeerd. Zij kan van kracht gaan en is ook afdwingbaar in deze landen. Een brede ratificatie van Conventie 189 zou voor miljoenen mensen een volwaardige erkenning als werkneemster en werknemer mét rechten betekenen. Om regeringen aan te zetten tot ratificatie voert het Internationaal Vakverbond IVV samen met zijn partners wereldwijd actie op 12 december 2012.

Tot nog toe ratificeerde geen enkel Europees land de Conventie. In het Belgisch regeerakkoord van 1 december 2011 werd de ratificatie wel opgenomen.

ABVV, ABVV Algemene Centrale, ACLVB, ACV, ACV-Voeding en Diensten, fos-socialistische solidariteit en Wereldsolidariteit vragen dat België nu ook leiderschap toont en een politiek signaal geeft aan andere landen. De organisaties zijn van mening dat alle elementen op tafel liggen om de conventie spoedig te ratificeren. Zij moet zo snel mogelijk behandeld worden door de ministerraad en samen met een positieve aanbeveling worden voorgesteld aan het parlement.

dinsdag 11 december 2012

Opstart loonkloofwet dreigt in water te vallen


Op een ACV-studiedag over de loonkloofwet (met ruim 350 aanwezigen), stelde nationaal secretaris van het ACV Mathieu Verjans vast dat de regering onbetamelijk lang blijft dralen met de uitvoering van de loonkloofwet. Deze wet werd in het parlement goedgekeurd op 8 maart 2012. Maar acht maanden later is het nog altijd wachten op de uitvoeringsbesluiten. Daardoor dreigt de start in 2013 van de loonkloofwet in het water te vallen. Het blijft voor vele ondernemingen onduidelijk hoe en vanaf wanneer deze wet moet worden toegepast. Het ACV dringt daarom aan dat de regering nog deze maand werk maakt van de uitvoering van deze wet.

Acht maanden na de goedkeuring van de wet is de Nationale Bank nog steeds niet klaar met een aangepast schema van de sociale balans op zijn website. Dat aangepast schema is pas gepland tegen maart 2013. Tegen die tijd hebben de meeste werkgevers wel al met de bestaande formulieren hun documenten over de sociale balans samengesteld om de bespreking te beginnen in hun comité en ondernemingsraad. En dreigt er veel geharrewar of die opsplitsing van de loonkost nu al moet, vanaf 2013, of pas vanaf volgend jaar. De wet is nochtans heel duidelijk: het moet voor alle jaarrekeningen afgesloten na 8 september 2012. En de aanpassing van het wettelijk formulier schema is erg eenvoudig: het gaat slechts om de opsplitsing van een paar rubrieken.

Ook de start van de verplichting om analyserapporten op te stellen rond de loonverschillen verloopt rommelig. Het in de wet voorziene standaardformulier dat de Minister van Werk moet opstellen is er nog steeds niet. Het is nog wachten op een uitvoeringsbesluit. En ook de datum wanneer dit tweejaarlijks rapport de eerste keer moet verstrekt worden aan en besproken worden op de ondernemingsraad of Comité PB is onduidelijk.

“ Zo worden belangrijke kansen gemist om werknemers en werkgevers in de ondernemingen aan het werk te zetten om werk te maken van de loonkloof. Dat is erg jammer”, stelde Mathieu Verjans. “Omdat door dit getreuzel de ongelijke behandeling van mannen en vrouwen langer blijft duren. De regering moet dan ook zeer snel werk maken van de uitvoering van deze wet . Anders gaat opnieuw een volledig jaar verloren om de loonkloof weg te werken”.

De loonkloofwet werd op 8 maart 2012 in het parlement goedgekeurd. Deze loonkloofwet is een erg belangrijke mijlpaal in het aanpakken van de loonkloof in ondernemingen. Ondernemingsraden en comités zullen voortaan heel precies geïnformeerd worden over de verschillen in loonkost tussen mannen en vrouwen in alle grote ondernemingen van de privésector. Door die kleine toevoeging in de sociale balans komen de verschillen in loonkost per gewerkt uur tussen manen en vrouwen duidelijk op tafel. En kan er vergeleken worden met de situatie in gelijkaardige ondernemingen of met sector gemiddelden. Zo kunnen werkgevers en werknemers in het sociaal overleg op ondernemingsniveau op zoek naar de oorzaken van die loonkloof in eigen onderneming: ligt het aan het glazen plafond, aan de loon- en functieclassificatie, aan het verschil in jobs tussen mannen en vrouwen .

Een tweede instrument in de loonkloofwet is de verplichting voor werkgevers om een gelijke kansen rapport op te maken. Met een gedetailleerde analyse van de verschillen in loon en voordelen in natura tussen mannen vrouwen op het werk. Op basis waarvan ondernemingsraden en comités PB kunnen beslissen tot het opmaken van een actieplan.



woensdag 5 december 2012

80% klachten van uitzendkrachten gaan over loon


Het ACV analyseerde de klachten van uitzendkrachten die het in de periode tussen 1 januari en 15 oktober 2012 ontving. Opvallend: 80% van de 758 bij het ACV geregistreerde klachten zijn gerelateerd met loon. Deze 758 klachten zijn waarschijnlijk maar het topje van de ijsberg. Lang niet alle klachten werden geregistreerd. Omdat een telefonisch advies of een mail volstond voor uitzendkracht. Omdat een ACV-afgevaardigde het probleem regelde. Omdat de uitzendkracht liever niet wou dat het ACV contact opnam met het uitzendkantoor of met zijn werkgever. Of omdat een uitzendkracht zijn rechten onvoldoende kent. Om uitzendkrachten nog beter te informeren over hun rechten zal het ACV in de loop van december 50 000 exemplaren van de nieuwe folder ‘Uitzendkracht, ken uw rechten’ verdelen in ondernemingen en ACV dienstencentra.

Het ene uitzendkantoor is het andere niet
In de geregistreerde klachten merken we nogal wat verschillen tussen uitzendkantoren. Daarom rekende het ACV heel precies na over welke uitzendkantoren het abnormaal veel klachten kreeg. Daarvoor hield het ACV rekening met hun marktaandeel. We berekenden daarom voor elk uitzendkantoor het marktaandeel aan de hand van hun meest recente jaarrekening bij de Nationale Bank: zowel in functie van het door hen tewerkgesteld personeel als inzake omzet. Het gemiddelde van beide percentages bepaalden we als hun marktaandeel. En vergeleken dat met hun aandeel in de door ons geregistreerde klachten.

De meest negatieve uitschieter is het uitzendkantoor Accent Jobs for people. Met een marktaandeel van 4,27 % scoorten bijna drie keer zo hoog in onze klachtenregistratie (11,6%) dan je op basis van hun marktaandeel zou verwachten. Op nummer twee, maar op ruime afstand van Accent, volgt het uitzendkantoor Actief interim. Actief interim heeft een marktaandeel van 2,3%,maaar scoort dubbel zo hoog (5,14%) in onze klachtendatabank. En dan waren er ook nog de de interim kantoren van Konvert Interim, Konvert Interim Vlaanderen, Konvert Wallonie, Konvert Konstrukt en Konvert Office, allemaal samen goed voor een marktaandeel van 3,27 % in onze methode of 3,7 % als we enkel naar personeelsaantallen kijken. We registreerden voor die Konvert- onderdelen samen 36 klachten of 4,7 % van al onze klachten. Verhoudingsgewijs scoort Konvert daarmee op de derde plaats in onze rangschikking.

Met de gegevens van dit onderzoek kunnen we ook gaan kijken welke uitzendkantoren het beter doen dan gemiddeld. De uitzendkantoren waarover we veel minder klachten ontvingen dan waar we normaal zouden kunnen van uitgaan. Ook daar is er één duidelijke uitschieter: marktleider Randstad. Met een totaal van 82 geregistreerde klachten is Randstad ook bij het ACV de marktleider wanneer het om klachten van uitzendkrachten gaat. Maar Randstad is ook het veruit grootste uitzendkantoor. En scoort met 10,8% van alle klachten ruim de helft onder zijn marktaandeel van 21,35 %. Verhoudingsgewijs is Randstad dus het betere uitzendkantoor: ze doen het inzake het vermijden van klachten eigenlijk dubbel zo goed als het sectorgemiddelde. Ook andere bekende uitzendkantoren scoren goed. Op de tweede plaats noteren we Tempo Team: met een marktaandeel van 9,52% en een klachtenaandeel van 5,5% scoren ze eveneens ver boven het sectorgemiddelde. Manpower Belgium met een marktaandeel van 7,76 % en een klachtenpercentage van 5,8% krijgt de derde plaats op het erepodium.

dinsdag 4 december 2012

Je anonimiteit bewaren door 25 procent te betalen


Als we willen dat iedereen naar draagkracht belastingen betaalt, zijn er twee maatregelen onmisbaar: de volledige opheffing van het bankgeheim en het aanleggen van een vermogenskadaster. Het is onmogelijk om op een rechtvaardige manier belastingen te heffen en de fraude te bestrijden, als de Fiscus niet weet wat er op de bankrekeningen staat van de belastingplichtigen.

In de vorige saneringsoperatie nam de regering Di Rupo een maatregel die een klein aanzetje vormde tot meer transparantie, door er een meldingsplicht aan te koppelen. Ze verhoogde de roerende voorheffing van 15 naar 21 procent op sommige interesten en dividenden. De regering voerde bovenop de 21 procent een solidariteitsbijdrage in van 4 procent voor belastingplichtigen met een roerend inkomen van meer dan afgerond 20.000 euro.

Beleggers die interesten genieten, moeten vanaf het aanslagjaar 2013 telkens ze die ontvangen, aan hun bank zeggen of ze kiezen voor een roerende voorheffing van 21 procent of een voorheffing van 25 procent. Telkens iemand kiest voor het lagere tarief van 21%, moet de bank de uitbetaalde bedragen en de naam van de begunstigde melden aan de Fiscus. Die zal alle gegevens inventariseren die het van de verschillende banken ontvangt. Als het grensbedrag van 20.000 euro intresten is bereikt, is de solidariteitsbijdrage van 4% verschuldigd op het gedeelte boven de 20.000 euro. Iemand die onmiddellijk 25 procent voorheffing betaalt, mag zijn inkomsten geheim houden.
De belegger kan dus kiezen zijn vermogen geheim te houden door extra 4% te betalen bovenop de roerende voorheffing van 21 procent en dit vanaf de eerste euro opbrengst. Deze inkomsten moeten dan niet doorgegeven worden aan de Fiscus. Kiest de belastingplichtige niet voor de afhouding aan de bron, dan is de bijkomende heffing verschuldigd wanneer de belastingdienst de definitieve jaarbelasting vaststelt. Om dit te kunnen nagaan is er een meldingsplicht ingevoerd en dit vanaf het aanslagjaar 2013.

En nu?

Omdat het allemaal nog al ingewikkeld leek en moeilijk te organiseren, heeft de regering Di Rupo in zijn saneringsoperatie voor 2013 beslist om de roerende voorheffing voor alle uitgekeerde interesten en dividenden (behoudens enkele uitzonderingen) te verhogen naar 25 procent. De spaarboekjes blijven buiten schot. Maar tegelijkertijd heeft ze beslist de meldingsplicht te laten vallen. En zo zijn we weer naar af en is opnieuw de anonimiteit verzekerd en dit vanaf 2014.

Jaarlijks 61 miljard euro fraude in België

Een van de meest vooraanstaande specialisten op het vlak van het meten van de ondergrondse economie, is professor Friedrich Schneider van de Johannes Keppler Universiteit in Oostenrijk. Professor Schneider heeft een berekeningsmodule ontwikkeld met criteria die toelaten de ondergrondse economie in een staat te meten. Het interessante van het wetenschappelijke onderzoek van professor Schneider is, dat zijn module toelaat de ondergrondse economie in verschillende staten met elkaar te vergelijken.

Volgens deze studie zou de zwarte economie in België in 2010 geschat worden op 61 miljard euro. Ruw geschat betekent dit dat de schatkist 26 à 30 miljard euro aan inkomsten heeft gemist! In de lijst van de OESO-landen neemt België hiermee de vijfde positie in na Griekenland, Italië, Spanje en Portugal. Zeggen die landen je iets? Zijn het niet juist deze landen die de grootste financiële problemen hebben? Als we België vergelijken met Nederland, Frankrijk en Duitsland waar de cijfers van de zwarte economie gemiddeld lager zijn dan in België, en we zouden erin slagen in België het fraudepercentage terug te dringen tot het niveau van onze directe buurlanden, dan zou dit volgens het theoretisch model van professor Schneider tot gevolg hebben dat er per jaar 8 miljard euro extra in de Schatkist terechtkomt.

Wat is daarvoor nodig?

In plaats van maatregelen te nemen die vooral de midden en lage inkomens treffen en een fiscale amnestie te geven aan fraudeurs, had de regering het bankgeheim volledig moeten opheffen en zorgen dat er een vermogenskadaster kwam. Daarmee kan ze de fraude degelijk aanpakken die volgens het theoretisch model van professor Schneider 8 miljard kan opbrengen en een vermogensbelasting invoeren voor de twee procent rijkste Belgen die nog eens 8 miljard opbrengt!

Voor meer info over rechtvaardige fiscaliteit: www.hetgrotegeld.be

dinsdag 27 november 2012

Nationaal Comité ACV kiest voor overleg

Het Nationaal Comité van het ACV evalueerde vandaag de federale begroting voor 2013.  Het ACV blijft wijzen op de onevenwichten in de regeringsbeslissingen:
  • de onevenwichten in de sanering en de noodzaak de andere inkomens en de vermogens sterker te laten bijdragen, door een rechtvaardiger fiscaliteit;
  • de beperkingen inzake loononderhandelingen, zonder gelijkwaardige matiging van andere inkomens;
  • de aanslepende algemeen verbindend verklaring van reeds afgesloten en lopende cao’s;
  • lagere uitkeringen voor tijdelijk werklozen als ze geen opleiding kunnen volgen.
Het ACV wil deze onevenwichten dringend met de regering bespreken. 
 
Het ACV heeft zeer duidelijk gesteld dat een indexsprong het interprofessioneel overleg onmogelijk zou maken. Dit heeft indruk gemaakt. De indexsprong is van tafel . Zoals ook de verhoging van de BTW. Meer nog: de automatische indexering van lonen en sociale uitkeringen blijft gevrijwaard. Op die basis moeten nu dringend de interprofessionele onderhandelingen heropstarten.
 
Het ACV herhaalt dat het sociaal overleg moet gaan over:
  • een verbetering van de brutominimumlonen;
  • een afschaffing van de verlaagde barema’s voor jongeren;
  • de vrijwaring van de stelsels van werkloosheid met bedrijfstoeslag;sterkere investeringen in opleiding, innovatie en duurzame werkgelegenheid;
  • inzet van de sectorale middelen voor de risicogroepen op de arbeidsmarkt;
  • een vrijwaring en verbetering van de kwaliteit van de arbeid en de loopbanen;
  • de bestrijding van de loon- en bijdragefraude, in het bijzonder in fraudegevoelige sectoren.
Dit overleg moet ook, op vraag van de regering, aangeven hoe de lastenverlagingen (zowel nieuwe als bestaande) een maximaal werkgelegenheidseffect realiseren. Het ACV blijft inzetten op de onderhandeling van een beter, gemeenschappelijk statuut voor arbeiders en bedienden. 
De indexkorf is in de loop van 2013 aan zijn achtjaarlijkse actualisering toe. Dit is en blijft evenwel een zaak van de sociale partners, om te garanderen dat de indexkorf de consumptie correct weerspiegelt. Het ACV zal niet toelaten dat de regering daarop eenzijdig ingrijpt

woensdag 21 november 2012

De relance is van iedereen


Het ACV heeft een eerste evaluatie gemaakt van de begroting 2013.
Het ACV slaagde erin een aantal asociale voorstellen van tafel te krijgen: de automatische indexering wordt gevrijwaard, de indexsprong gaat niet door, er wordt niet teruggekeerd naar de 40 uur, de 10 feestdagen blijven behouden, het budget voor welvaartsvastheid wordt niet verder verminderd, geen BTW-verhoging … Bovendien kon een totale aanslag op het sociaal overleg rond lonen en flexibiliteit worden vermeden.
 
 
Het globale plaatje blijft evenwel zwaar onevenwichtig, om vier redenen vooral:
 
1° aan de heilige huisjes van bedrijven en grootbeleggers wordt niet geraakt: geen belasting op grote vermogens, geen belasting op meerwaarden van particulieren, geen verhoging voor de liquidatieboni, geen afbouw van de misbruiken van de notionele intrestaftrek, geen minimale vennootschapsbelasting, geen verhoogde bijdragen voor zelfstandigen, geen taks op vliegen in business…. Met bovenop een nieuw rondje allerlaatste fiscale amnestie, ter wille van de grote fraudeurs;
 
 
2° de inspanningen voor de relance, de werkgelegenheid en het herstel van de competitiviteit moeten vooral van de werknemers komen:
  •  geen loonsverhogingen boven index in 2013-2014 en nadien bijkomende verplichte correcties op de loonkosthandicap; 
  • geen gelijkwaardige inspanningen van andere inkomensgroepen (zelfstandigen, vrije beroepen, verhuurders, bestuurders, aandeelhouders, …) cf. artikel 14 van de Wet van 1996); 
  • nauwelijks verschuiving van lasten op loonarbeid naar andere inkomens inz. inkomens uit vermogen) voor een alternatieve financiering van de sociale zekerheid; 
  • lagere uitkeringen voor tijdelijk werklozen als er geen opleiding is;
 
3° de verbeteringen voor de laagstbetaalde werknemers blijven zeer beperkt:
  • met 30 miljoen kan de huidige werkbonus hoogstens met 5 euro/maand omhoog;
  • vooralsnog blokkeren de werkgevers elke verhoging van de minimumlonen en jeugdlonen;
 
4° werkgelegenheid en concurrentiekracht worden versmald tot loonkost en flexibiliteit alleen, terwijl aan de werkgevers geen inspanningen worden gevraagd:
  •  nauwelijks bijkomende stimulansen voor de opleiding van werknemers;
  • geen nieuwe werkgelegenheidsinitiatieven, terwijl werklozen zwaar worden getroffen door de saneringsmaatregelen (jongeren, langdurig werklozen en oudere werklozen) of discriminaties;
  • verwaarlozing van de noodzaak van innovatie en verduurzaming van de economie;
  • geen verbetering van de kwaliteit van de jobs, integendeel risico op verslechtering door de bijkomende flexibiliteit.
 
Het ACV eist in elk geval overleg over de concrete maatregelen die de werknemers en gerechtigden op sociale uitkeringen treffen.
  
Het ACV blijft vragende partij om in overleg een werkbaar interprofessioneel kader uit te tekenen voor de volgende cao-onderhandelingen in sectoren en bedrijven, gericht op:
  •  een verbetering van de brutominimumlonen;
  • een afschaffing van de verlaagde barema’s voor jongeren;
  • de vrijwaring van de stelsels van werkloosheid met bedrijfstoeslag;
  • sterkere investeringen in opleiding, innovatie en duurzame werkgelegenheid;
  • inzet van de sectorale middelen voor de risicogroepen op de arbeidsmarkt;
  • een vrijwaring en verbetering van de kwaliteit van de arbeid en de loopbanen;
  • de bestrijding van de loon- en bijdragefraude, in het bijzonder in fraudegevoelige sectoren;
  • een beter, gemeenschappelijk statuut voor arbeiders en bedienden.
 
Het vraagt daarom nu ook de daadkracht van de Minister van Werk en ruimer de regering om eindelijk , uiterlijk eind dit jaar, uitvoering te geven aan de eerdere beslissingen om:
  • de sectorale middelen voor tewerkstelling (de 0.10%) minstens voor de helft in te zetten voor de zwaarste risicogroepen, in het bijzonder jonge werklozen;
  • het sanctiestelsel te versterken voor werkgevers die onvoldoende investeren in opleiding.
 
Het ACV zal in elk geval niet toelaten dat de afgesproken actualisering van de indexkorf volgend jaar wordt misbruikt om de thermometer te vervalsen.

maandag 19 november 2012

Werkgevers moeten egelstelling verlaten


In het radioprogramma De Ochtend maakte VBO-baas Pieter Timmermans vorige week een heel eenzijdige analyse van ‘De Wet tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen’. Pieter Timmermans reduceerde deze wet bewust tot één hoofdstuk ervan: de loonnorm.

In zijn ‘analyse’ repte hij met geen woord over de loonkostsubsidies voor de werkgevers (4,4 miljard euro in 2012). Deze subsidies worden, wegens een veto van de werkgevers, niet meegerekend bij het bepalen van de loonkosthandicap door de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven (CRB). Als men dit wel doet, daalt het loonkostverschil met de 3 buurlanden in één klap tot 1,7%.

Bovendien is concurrentievermogen veel meer dan enkel de loonkost. Daarom besteedt de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven in zijn rapport over de loonkosthandicap altijd uitgebreid aandacht aan de inspanningen inzake innovatie en opleiding. In het laatste rapport (november 2011) werd andermaal vastgesteld dat België op dit vlak ruim onder de Europese en nationale doelstellingen blijft. In 2010 bleven de werkgevers met maar liefst 1,1 miljard euro onder het engagement dat ze tien jaar geleden aangingen om 1,9% van de loonmassa (in 2010 135,2 miljard) te besteden aan vorming en opleiding.

De VBO-topman, die nauw betrokken was bij het opstellen van de wet van 1996, is blijkbaar ook het artikel 14 vergeten. Dit artikel van de wet zegt uitdrukkelijk dat de regering maatregelen kan nemen ‘met betrekking tot een gelijkwaardige matiging van de inkomens van de zelfstandigen ten voordele van de investeringen in hun onderneming en de werkgelegenheid, evenals maatregelen met betrekking tot een gelijkwaardige matiging van de inkomens van de vrije beroepen, de dividenden, de tantièmes, de sociale uitkeringen, de huurprijzen en andere inkomens’. Dit werd nog nooit toegepast, behalve voor de sociale uitkeringen. Opnieuw wil men de rekening enkel presenteren aan de werknemers en aan wie het met een uitkering moet stellen.

Pieter Timmermans pleitte in De Ochtend voor een competitiviteitsplan. Het ACV stak de voorbije maanden al herhaalde malen de hand uit om samen naar de meest doelmatige en rechtvaardige manier te zoeken om de lasten op loon te drukken ten bate van de werkgelegenheid. Niet door de lonen te verlagen met gepruts aan de index, want dat zou nefast zijn voor de koopkracht en het consumentenvertrouwen dat al zeer zwaar onder druk staat. En zou andermaal bijkomende druk leggen op de werknemersgroep die nu al het zwaarst belast wordt.

Het ACV stelt daarom al maanden voor de lasten op loon te verlagen via een versterking van de alternatieve financiering van de sociale zekerheid. Uit de enquête die de krant De Morgen vandaag publiceerde, blijkt ook duidelijk dat daarvoor een sterk maatschappelijk draagvlak bestaat.

Het ACV hoopt dat de werkgeversorganisaties alsnog hun egelstelling willen verlaten en die uitgestoken hand willen aanvaarden.

vrijdag 9 november 2012

14/11: Samen voor Werk en Solidariteit!

Samen met het EVV voeren de Belgische vakbonden op 14 november een symbolische actie waaraan vertegenwoordigers van de Belgische vakbonden (ABVV, ACV, ACLVB) en enkele buitenlandse delegaties aan deelnemen. De deelnemers overhandigen het sociaal contract van het EVV aan de Duitse ambassade. Daarna trekken ze naar de Europese Commissie om haar de Nobelprijs voor bezuinigingen uit te reiken. 

Lees hier alvast het pamflet





Onze franstalige collega's van CNE roepen dan ook op om massaal deel te nemen aan een actie om 14 uur op het Luxembrugplein (Brussel) in het kader van deze actiedag.

Definitieve resultaten sociale verkiezingen 2012


De inzameling van en correcties op de uitslagen sociale verkiezingen zijn officieel afgesloten. Sinds de voorlopige uitslagen van 21 mei werden nog nieuwe uitslagen en correcties toegevoegd ten belope van 2 828 bijkomende zetels. Talrijke fouten van werkgevers bij het doorgeven van resultaten, laattijdige communicatie van resultaten en een aantal uitgestelde verkiezingen leiden tot deze omvangrijke aanvullingen en correcties. Het ACV maakte een analyse van deze definitieve resultaten. Ten opzichte van de voorlopige resultaten die op 23 mei werden bekend gemaakt, vertonen de eindcijfers een aantal merkwaardige wijzigingen en vaststellingen. Slotsom is dat het ACV veruit de grootste vakbond is, nationaal, in Vlaanderen, Wallonië en Brussel, bij ondernemingsraden en comités, bij arbeiders, bedienden, jongeren en kaders.

In 6 812 ondernemingen verkozen werknemers hun afgevaardigden voor het Comité Preventie en Bescherming, in 3 592 ondernemingen werden ook de werknemersafgevaardigden voor de ondernemingsraden verkozen.

Het ACV haalt 59,01% (-0,48%) van de comitézetels en 56,14 % (-0,82%) van de zetels voor de ondernemingsraden. Voor het ABVV is dit respectievelijk 33,64% (-0,71%) en 34,31% (-0,44%). Voor het ACLVB respectievelijk 7,34% (+ 1,18%) en 7,93% (+1,34%).

Voor het ACV is het kleine verlies in zetelpercentage ten opzichte van de voorlopige uitslagen van eind mei dus nog meer dan gehalveerd. In absolute cijfers is het verschil tussen nationale winst en verliescijfers bijzonder klein. De verliescijfers van het ACV slaan op 169 zetels ondernemingsraad (op een totaal aantal zetels van 20 061) en 131 comitézetels (op een totaal van 27 367 zetels).





Nooit telde het ACV zoveel effectief verkozen ondernemingsraadsleden: met 11 262 effectieven in de ondernemingsraden van grote ondernemingen, en nog eens 837 in ondernemingsraden van ondernemingen tussen 50 en 100 werknemers wordt het historisch record van 2008 (totaalcijfer van 11 132 ) fors overschreden.

Bij de comités telt het ACV 16 150 effectief verkozenen, dit is een zucht van het historisch record van 2008 toen we 16 218 effectieve ACV verkozenen telden.

Het ACV boekt een winst van 1,86 % bij de kaders. Het ACV is en blijft met 48,93 % van alle kaderzetels veruit de meest representatieve kaderorganisatie (ACV 894 kaderzetels, ABVV 376 kaderzetels, ACLVB 231 kaderzetels). Met 170 zetels blijft het NCK (Nationale Confederatie van het Kaderpersoneel) de minst representatieve kaderorganisatie. De huislijsten zijn hekkensluiters met 156 kaderzetels.




In stemmenpercentage behaalt het ACV 52,47 % (-0,98%) van alle stemmen voor de comités. Het ABVV haalt voor de comités 36,38 % (-0,35%). Het ACLVB haalt bij de comités 11,15% (+1,33%) van de stemmen. Voor de ondernemingsraden haalt het ACV 51,66% (-0,82 ) van de stemmen , het ABVV haalt 35,63% (-0,60%), het ACLVB haalt 11,20% (+ 1,53%) van de stemmen voor de ondernemingsraad. Het ACV haalt meer zetels dan stemmen, bij ABVV en ACLVB is dat andersom. De betere prestaties van het ACV in kleinere ondernemingen (waar per zetel minder stemmen nodig zijn dan in grote ondernemingen) en het groot aantal ACV verkozenen bij gebrek aan tegenkandidaten verklaren dit verschil.

Het ACV had in 2012 volgens de FOD 62 670 kandidaten (in 2008 63 806). Dat is in dezelfde grootteorde als het totaal aantal kandidaten van alle Belgische politieke partijen samengeteld bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2012 (64 289). Voor het ABVV werden 48 490 kandidaten geregistreerd (in 2008 49 211), voor het ACLVB 17 988 kandidaten (in 2008 16 229). Van alle ACV kandidaten werd 43,74 % effectief verkozen, bij het ABVV 33,18 % en bij het ACLVB 20,02 %.




Het ACV haalt een recordaandeel van vrouwelijke verkozenen in de comités met 40,79 % (ACLVB 35,42%; ABVV 34,07 %) en van 37,70 % in de ondernemingsraden (ABVV 32,87%; ACLVB 32,81%). Dat is, zonder ritslijsten, beter dan in de politiek bij de recente gemeenteraadsverkiezingen. Ondanks deze verbeterde cijfers blijft er een ondervertegenwoordiging in vergelijking met het aantal tewerkgestelde vrouwen. Het ACV zal er dan ook alles aan doen om in 2016 het aantal vrouwelijke verkozenen nog te verhogen.

Slotsom: het ACV blijft afgetekend de grootste vakbond, nationaal, in Vlaanderen, Wallonië en Brussel, bij ondernemingsraden en comités, bij arbeiders, bedienden, jongeren en kaders. In Wallonië is de kloof tussen ABVV en ACV zelfs weer wat groter geworden: het ACV haalt 8,76 % meer zetels dan het ABVV bij de comités, bij de ondernemingsraden is dat 9,62 %. In stemmen gaat het om een verschil van respectievelijk 7 033 en 10 121 in het voordeel van het ACV.

maandag 5 november 2012

Hands off my airport job

Zo'n duizendtal vakbondsmilitanten uit heel Europa verzamelden deze voormiddag op het Shumanplein in Brussel. Delegaties uit België, Duitsland, Italië, Groot-Brittanië... kwamen op straat tegen de liberalisering van allerlei luchthavenactiviteiten. Klik hier voor het fotoverslag




woensdag 31 oktober 2012

2 is enough - Hands off my airport job


Al enkele jaren vergaderen vakbondsafgevaardigden van Flightcare en Aviapartner maandelijks met als doel onze werkzekerheid en loon- en arbeidsvoorwaarden veilig te stellen. '2 is enough' was onze slogan We voerden ook een aantal acties.
Denk maar aan onze 24-uur staking van juni 2011, toen er dreiging was dat we onze concessie op de luchthaven zouden verliezen (toen nog als ‘2 is enough’). En met succes!


Onze jobs werden gered.
Maar weer loert er gevaar. Europa wil immers de luchthavens verder liberaliseren (meer handlers en minder sociale bescherming) door de concurrentie aan te wakkeren en de loonkosten te beperken. Weerom wordt er bij ons, de werknemers, geld gezocht, en dit om een neo-liberale politiek door te drukken waar vooral aandeelhouders en bonusgraaiende managers beter van worden.


Hands off my airport job
Op dinsdag 6 november gaat de Europese stuurgroep een voorstel finaliseren ter liberalisering van de grondafhandelingsdiensten op de luchthavens. Verwacht wordt dat het Europees Parlement zich tegen het jaareinde hierover zal uitspreken.
Momenteel ziet het er voor ons niet goed uit, meer bepaald op het gebied van ‘transfer of staff’ (overname van personeel bij klantenwissel van de ene handler naar de andere) en ook op anderegebieden zoals veiligheid, kwaliteit, werkzekerheid en statuut. Indien het huidige voorstel niet bijgestuurd wordt, zullen wij met zijn allen de rekening mogen betalen. Daarom organiseert de Europese Transportvakbond – ETF - een grote betoging. Vakbondsdelegaties uit verschillende Europese landen zullen er aanwezig zijn.

Ons probleem is ook het probleem van onze collega’s op andere Europese luchthavens. Ook u bent betrokken en meteen ook uitgenodigd voor deze manifestatie.



Schumanplein, Brussel 11.30 uur - Hoofdkwartier Europese Unie : einde 15 uur
Maandag 5 november bus 10 u Delhaize Brucargo

Mars voor de toekomst

De laatste weken zien we vele jobs verloren gaan in alle streken van ons land, met de aangekondigde sluiting van Ford Genk als triest hoogtepunt. Het gemeenschappelijk vakbondsfront wil via een “Mars voor de toekomst” een duidelijk signaal geven. Het ACV roept iedereen op massaal deel te nemen aan deze mars ! 

 Vanuit ons verbond voorzien wij busvervoer: uren van vertrek en opstapplaatsen vind je hieronder:
10u – Halle station (verzamelen om 9u45)

10h30 – Pletinckxstraat Bruxelles/Brussel (verzamelen vanaf 10u)
10u30 – Vilvoorde station (parking achterzijde station) (verzamelen om 10u15)

GELIEVE INSCHRIJVINGEN over te maken aan Guy Tordeur (guy.tordeur@acv-csc.be of 02/557.84.05) met vermelding van naam, GSM-nummer en e-mailadres!




ACV vreest collectieve verarming voor langdurig werklozen


Vanaf 1 november worden de nieuwe regels rond degressiviteit van werkloosheidsuitkeringen van kracht. Werkloosheidsuitkeringen daalden al naarmate de periode van werkloosheid langer duurde, maar dit proces wordt nu versneld en uitkeringen zullen zakken tot een zeer laag forfaitair minimum. En dit voor het merendeel van de langdurig volledig werklozen die samenwonend, alleenstaand of gezinshoofd zijn. Gezinshoofden en alleenstaanden worden dus niet langer ontzien.

Deze nieuwe regels komen er op het moment van een golf van ontslagen en toenemende werkloosheid. De kans dat werklozen snel een nieuwe job zullen vinden op een snel verslechterende arbeidsmarkt verkleint. Het ACV vreest ook dat werklozen met een te laag inkomen zich niet meer kunnen permitteren om te investeren in scholing, gezondheidszorgen, kinderopvang en mobiliteit. En dus nog minder kans maken om aan de slag te geraken. Uitspraken van politici over bijkomende besparingen in de sociale zekerheid doen bovendien vermoeden dat het niet uitgesloten is dat de regering bij de begrotingsopmaak opnieuw de werklozen in het vizier neemt.



Collectieve verarming
Het ACV waarschuwt voor een collectieve verarming van werklozen. Nu al is meer dan een derde van de werklozen arm, maar deze situatie zal nog verslechteren. Voor een langdurig werkloos gezinshoofd – dus zonder enig ander inkomen in het gezin en met 2 kinderen van respectievelijk 4 en 8 jaar – zal het inkomen (werkloosheidsuitkering plus verhoogde kinderbijslag en leeftijdstoeslag) zakken tot 1.446 euro per maand. Dat is 28,5% onder de budgetstandaard (het budget dat minimaal nodig is om menswaardig te kunnen leven). Het risico op kinderarmoede neemt daarmee sterk toe. Voor een alleenstaande valt de uitkering uiteindelijk terug tot 916,24 euro. Dit is een tekort van 19,3% ten opzichte van de budgetstandaard.

Dit terwijl België het engagement opnam om in het kader van Europa 2020 tegen 2020 380.000 minder personen te hebben met risico op armoede of uitsluiting. Ondertussen staat de teller echter op plus 65.000 personen met risico op armoede of uitsluiting. Wat dus betekent dat inmiddels de uitdaging al verhoogd is tot 445.000. Ook de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) drukt in een omzendschrijven zijn vrees uit dat veel werklozen zullen aankloppen bij het OCMW en dat dit een serieuze toename van de uitgaven voor het lokale niveau zal betekenen.

“Vooral alleenstaanden dreigen meer en meer in de miserie te belanden”, zegt Karim Dibas, verantwoordelijke voor de werkzoekendenwerking van het ACV. “Als je een uitkering krijgt van pakweg 900 euro en daar een huur moet van betalen, houd je amper een paar honderd euro over voor alle andere uitgaven. Met zo weinig centen kan je geen kant meer uit. Daarmee is de werkloosheid niet opgelost.”


Iedereen moet verantwoordelijkheid opnemen
Het ACV verwacht van de regering een saneringsbeleid dat de armoede en uitsluiting tegengaat, in plaats van bevordert. Het ACV is er voorstander van om mensen, door hen te goed te begeleiden en op te volgen in hun zoektocht naar werk, aan de slag te helpen. Tenminste als er reële tewerkstellingsperspectieven zijn. Maar dat is een andere benadering dan de werklozen eerst te broodroven, en dan te hopen dat zulks de trigger is voor wedertewerkstelling. Bovendien heerst er ook heel wat discriminatie op de arbeidsmarkt. 45-plussers, allochtonen, werkzoekenden met een (arbeids)handicap hebben het moeilijk om een baan te vinden. Dit bleek recent nog uit cijfers van het Centrum voor Gelijke Kansen.

“Uiteraard moet misbruik bestreden worden. De RVA en de VDAB controleerden de voorbije jaren al zeer sterk of mensen effectief naar werk zoeken. Het gaat dus niet op om de verantwoordelijkheid volledig bij de werklozen te leggen. Ook de overheid moet haar deel doen. Net zoals de werkgevers. Maar die laatsten laten het al te vaak schromelijk afweten ondanks alle retoriek over ‘activering’ en vijftigplussers die langer aan het werk moeten blijven. Werkgevers moeten zeker niet beweren dat vijftigplussers veel te duur zijn. Dat geldt bijvoorbeeld niet voor arbeiders waar anciënniteit haast niet speelt. Bovendien zijn er diverse subsidies voor werkgevers om oudere werkzoekenden aan te werven. Maar dat haalt allemaal weinig uit. En er zijn nog andere groepen die het erg zwaar hebben. Werkzoekende allochtonen zijn ook vaak het slachtoffer van vooroordelen. En jongeren hebben vaak niet genoeg ervaring. Het is altijd wel iets.” zegt Karim Dibas.


Wat nu
Het ACV voerde de voorbije maanden actie tegen de geplande degressiviteit. Met toch een paar resultaten. Zo zal de verlaging van de werkloosheidsuitkeringen niet worden toegepast op personen die een loopbaan van minimum 20 jaar achter de rug hebben, 55 jaar zijn of een arbeidsongeschiktheid van minstens 33 procent hebben. Er is ook een makkelijker terugkeer naar de eerste vergoedingsperiode afgesproken.

Het ACV zal op basis van individuele dossiers ook via gerechtelijke weg proberen om bijsturingen van de wetgeving af te dwingen. We zullen er ook op toezien dat de begeleidingsdiensten zoals VDAB nog meer moeite doen om werkzoekenden naar volwaardig werk te begeleiden en waar nodig bij te scholen. Het ACV verwacht ook dat de overheid en de werkgevers hun verantwoordelijkheid zullen opnemen. Het ACV wil ook via de verdeling van de enveloppe voor welvaartsvastheid nog verbeteringen af te dwingen.

Tegelijk zal het ACV zal zijn werkloze leden over de nieuwe regels voorlichten via een persoonlijke brief waarin de concrete situatie zal worden toegelicht. Werklozen kunnen ook terecht op de regionale informatiemomenten.

woensdag 24 oktober 2012

Reactie ACV voorzitter Marc Leemans op sluiting Ford Genk


Het botte nieuws over Ford doet me veel pijn. Want deze ijskoude afrekening treft de vele families die bij Ford en zijn toeleveranciers hun brood verdienen enorm hard. Families waar vaak man en vrouw, soms zelfs opeenvolgende generaties, enorme inspanningen gedaan hebben om de toekomst van hun fabrieken te verzekeren. Maar blijkbaar zijn die inspanningen van geen tel voor de Forddirectie die alle garanties, gedane beloften en engagementen gewoon naast zich neerlegt.

Tegelijk vind ik het wansmakelijk dat sommigen zich als aasgieren, al voor de aankondiging of luttele minuten erna, op het warme kadaver van Ford Genk storten. De sluiting van Ford Genk is niet te wijten aan de hoge loonkost in de Belgische auto-assemblage. De Belgische assemblagefabrieken zijn wel degelijk competitief. Waarmee het ACV niet wil gezegd hebben dat we niets moeten doen aan de lasten op arbeid. Het ACV pleit al maanden voor een verschuiving van de lasten die zwaar op arbeid drukken. Maar dan gaven diegenen die nu het eerst en het hardst roepen niet thuis.

De werknemers van Ford en van de toeleveranciers kunnen erop rekenen dat het ACV alles op alles zal zetten om hun belangen maximaal te verdedigen en om hen een waardig en degelijk toekomstperspectief te bieden.

Nieuwe inkomsten nodig voor sanering


Op de Algemene Raad van het ACV riep ACV voorzitter Marc Leemans de regering op om de terughoudendheid over nieuwe inkomsten te verlaten. Marc Leemans verwees naar het IMF rapport ‘Succesful Austerity in the United States, Europe and Japan’. Dat rapport stelt onomwonden dat een sanering die vooral aan de uitgavenkant gebeurt merkelijk nadeliger inwerkt op een economie die in een dip zit.

ACV voorzitter Marc Leemans: “ Belastinggeld moet uiteraard steeds op de beste manier besteed en beheerd worden. Tegelijk verwachten we allemaal steeds meer en beter van de overheid inzake zorg, onderwijs, infrastructuur, veiligheid, diensten,… Blijven hakken in overheidsuitgaven en in de sociale zekerheid is geen optie. Het is cruciaal om de komende dagen toe te werken naar een eerlijke en rechtvaardige fiscaliteit. Op die manier kan de regering niet alleen haar boekhouding op orde krijgen. Maar ook de competitiviteit van onze economie verbeteren.”

Marc Leemans riep ook op tot meer alternatieve financiering van de sociale zekerheid. Dit heeft volgens de ACV voorzitter geen rechtstreekse impact op de begroting, maar vermindert wel de sterke druk op arbeid. Een lastenverschuiving zal zuurstof geven aan ondernemingen die zo de broodnodige jobs kunnen creëren. Wat ook goed is voor de begroting. Leemans schoof vier criteria naar voor waar alternatieve financiering moet aan voldoen: rechtvaardigheid, doelmatigheid, stabiliteit en eenvoud.

Voor de nieuwe inkomsten legt het ACV concrete voorstellen op tafel:
1. Een eerlijke vermogensfiscaliteit door een taks op de grote vermogens op basis van een vermogenskadaster. En door een voldragen belasting op alle meerwaarden. En niet enkel op speculatieve meerwaarden, maar ook voor liquidatieboni voor vennootschappen (nu een veel te lage taks van 10%).

2. De zwaarste lekken in de vennootschapsbelasting dichten door een stop op de misbruiken in de notionele intrestaftrek. En door een minimum belastingaanslag voor vennootschappen. Om zo te voorkomen dat door fiscale spitstechnologie sommige bedrijven geen of nauwelijks belasting betalen.

3. Bestrijding van de vervennootschappelijking om de ontwijking van personenbelasting en sociale bijdragen te stoppen. Dergelijke constructies moeten opgenomen worden in de personenbelasting. En er moeten strikte grenzen gesteld worden aan het particuliere bezit en de particuliere uitgaven die men in zo een vennootschap onderbrengt.

4. Afschaffing van de forfaitaire belastingen, op inkomsten uit huur bijvoorbeeld. Die belast men nu op basis van een fictief forfait en niet op basis van de werkelijke inkomsten. Tegelijk moet men verbieden om dit door te rekenen aan de huurder.

5. Het is goed dat zelfstandigen hun sociaal statuut de laatste jaren sterk konden verbeteren. Echter zonder daar een correcte bijdrage aan te verbinden. Het wordt dus hoog tijd voor hogere bijdragen van de zelfstandigen voor hun sociaal statuut. Dat is niet enkel een kwestie van eerlijke verdeling van lasten tussen werknemers en zelfstandigen, maar ook van een betere verdeling tussen zelfstandigen met een laag en een hoog inkomen.

6. Een volgehouden strijd tegen de fraude door een stop op lage afkoopsommen om bestraffing te ontlopen. En door afschaffing van het bankgeheim. Want alleen wie veel te verbergen heeft, moet daarvoor schrik hebben.

7. Nog een tandje bij in de strijd tegen de loon- en bijdragefraude in het bijzonder door bijvoorbeeld een verplichte girale betaling van het loon, een verplichte aanwezigheidsregistratie in bedrijven, een adequate wetgeving tegen schijnzelfstandigen, door naar het voorbeeld van de witwaswetgeving sociale secretariaten te verplichten om indicaties van sociale fraude te melden aan de inspectiediensten.

dinsdag 23 oktober 2012

Outplacement voor alle ontslagen werknemers


Het ACV stelt al zeer lang voor om het recht op outplacement uit te breiden tot alle werknemers die ontslagen worden. Dat VDAB topman Fons Leroy dit idee nu ook steunt, is positief. In een aantal sectoren is outplacement trouwens al een recht voor alle werknemers.

Voor het ACV is deze discussie echter ruimer dan enkel het bereik. Het ACV stelt vast dat het soms ook schort aan de kwaliteit van outplacementbegeleiding. Er moet dus ook op kwaliteitsbewaking van outplacement gewerkt worden.

De kost van outplacement blijft de verantwoordelijkheid van de werkgever. In het Belgische ontslagrecht, dat vanuit Europees perspectief hyperflexibel is, blijft het uitgangspunt dat de werknemer die ontslagen wordt zijn of haar opzegtermijn presteert. En bijgevolg productief blijft. En daarvoor dan ook vergoed wordt. De opzegvergoeding kan dus niet voor het uitbetalen van outplacement gebruikt worden. Indien verdere prestaties niet aan de orde zijn, wordt de opzegtermijn uitbetaald. Dit is echter steeds de keuze van de werkgever.

Als de werkgever die overgaat tot ontslag insolvabel zou zijn en geen outplacement zou kunnen betalen, moeten werknemers wel kunnen rekenen op een overheidstussenkomst voor outplacement.

maandag 22 oktober 2012

Water is een openbaar goed, geen handelswaar

Water en sanitaire voorzieningen zijn een mensenrecht
We verzoeken de Europese Commissie om een voorstel voor wetgeving te doen waarin het recht op water en sanitaire voorzieningen, zoals erkend door de Verenigde Naties, is opgenomen en de voorziening van water en sanitatie als essentiële publieke diensten voor iedereen wordt bevorderd. De EU-wetgeving moet eisen dat overheden garanderen dat alle burgers kunnen beschikken over voldoende en schoon drinkwater en sanitaire voorzieningen. We dringen er op aan dat:

De EU-instellingen en Lidstaten worden verplicht om er voor te zorgen dat alle inwoners kunnen genieten van het recht op water en sanitaire voorzieningen.

De watervoorziening en het beheer van de watervoorraden niet aan ‘interne marktregels’ worden onderworpen en dat de waterdiensten van liberalisering worden uitgesloten.

De EU zich nog meer inspant om universele toegang tot water en sanitaire voorzieningen te bereiken.

Wereldwijd hebben 800 miljoen mensen nog steeds geen toegang tot water en meer dan twee miljard mensen hebben geen toegang tot sanitaire voorzieningen. Europa kan en moet meer doen om zeker te stellen dat ook in andere delen van de wereld mensen kunnen genieten van het mensenrecht op water en sanitaire voorzieningen.

In Europa hebben 40 miljoen mensen geen drinkbaar water en geen sanitaire voorzieningen !


Lees verder en teken de petitie op: http://www.right2water.eu/nl

donderdag 18 oktober 2012

Studiedag voor leden van CPBW

Verantwoordelijkheden van de werkgever


voor mensen op de werkvloer die niet zijn werknemers zijn.


(uitzendkrachten, werknemers van andere werkgevers, bouwplaatsen, …)


Wanneer er extra werk is, worden uitzendkrachten ingezet.  Bepaalde werken worden uitbesteed. Zo komen er mensen over de vloer die onderhoudswerken komen uitvoeren, planten verzorgen, installaties herstellen,….
Er zijn klanten, er zijn bezoekers, leveranciers,…. Soms worden er bouw- of verbouwingswerken uitgevoerd.
Hoe zit het dan met het welzijn op het werk. Wie draagt welke verantwoordelijkheid. Welke afspraken dienen gemaakt ? Hoe pak je voor deze situaties de risicoanalyse aan ? Wat mogen we bestempelen als goede praktijk ?

Dat willen we uitklaren tijdens de studievoormiddag op 22 november 2012. De studievoormiddag is gericht naar alle actoren van het beleid Welzijn op het werk op ondernemingsniveau. In de namiddag werken we verder, enkel met de werknemersafgevaardigden. Deze studiedag is een samenwerking van het Provinciaal Comité ter Bevordering van de Arbeid in samenwerking met de vakbonden.

Programma :
8u30:Onthaal
9u15: Inleiding
9u30: Welzijn op het werk en tijdelijk mobiele bouwplaatsen (Veerle De Saedeleer, adviseur onderzoek en ontwikkeling NAVB.CNAC Constructiv)
10u15: Werken met derden en welzijn op het werk ( Pieter De Munck, adviseur-generaal, Toezicht Welzijn Op het Werk Vlaams Brabant en Limburg)
11u00: Pauze
11u15: Uitzendkrachten en welzijn op het werk ( Marijke Bruyninckx, directeur Preventie en Interim )
12u00: Tijd voor vragen
12u30: Broodjeslunch
13u30:
Workshop Fase 1
  • Met welke categorie van externe werknemers heeft men te maken op de werkplek
  • Worden de nodige maatregelen genomen ?
  • Uitwisseling van goede praktijken
Workshop Fase 2
  • Waar loopt het mank ?
  • Welke zijn de aandachtspunten voor ieders onderneming ?
  • Wat zullen we aanpakken en agenderen op het CPB
15u30: Afsluiting van de dag in de koffiehoek
Praktische gegevens :
Datum en Plaats : Donderdag 22 november 2012, PIVO, Poverstraat 75, 1731 Asse. Is zowel met openbaar vervoer als met de wagen goed te bereiken. Kijk op : http://www.vlaamsbrabant.be/pivo/info/bereikbaarheid-van-het-pivo.jsp
Deze studiedag is gratis. ’s Middags wordt een broodjesmaaltijd voorzien.

Inschrijven ten laatste op vrijdag 26 oktober 2012. Stuur inschrijvingsformulier naar : ACV-vormingsdienst, Pletinckxstraat 19, 1000 Brussel of via mail : vormingsdienst.brussel@acv-csc.be
Uw inschrijving is pas definitief wanneer u van ons een bevestigingsbrief krijgt en uw syndicale vrijstelling in orde is. Deze studiedag kan enkel gevolgd worden met syndicaal verlof.


woensdag 17 oktober 2012

Werelddag van verzet tegen armoede: hakken in de sociale uitkeringen kan niet


De federale regering moet de komende dagen aan de slag om de begroting voor 2013-2014 op te stellen. Nadat dit jaar al 13 miljard euro bespaard werd, moet de regering op zoek naar ongeveer 4 miljard euro om de begroting voor volgend jaar rond te krijgen. Het ACV vindt het belangrijk dat het begrotingstekort onder controle blijft. Om uit de greep van de financiële markten te blijven. Om te vermijden dat we onder Europese curatele komen te staan. Maar tegelijk wil het ACV de regering aan de vooravond op Werelddag van verzet tegen armoede duidelijk waarschuwen: er is geen ruimte om te hakken in de sociale uitkeringen.


Op de uitkeringen van gepensioneerden, invaliden, zieken zit geen rek. De regering bespaarde al 40% op de tweejaarlijkse enveloppe om uitkeringen enigszins gelijke tred te laten houden met de welvaart. Vanaf 1 november zullen langdurig werklozen ook geconfronteerd worden met een versterkte degressiviteit van de werkloosheidsuitkeringen. Waardoor hun inkomen belandt op een niveau van een paar euro boven het leefloon, en een heel pak euro’s onder de Europese armoedenorm. Terwijl België zich engageerde om de armoede en uitsluiting met 380.000 terug te dringen.

dinsdag 9 oktober 2012

Reactie op het jaarverslag van de Studiecommissie voor de Vergrijzing


De publicatie van het jaarverslag van de Studiecommissie voor de Vergrijzing en de perfect getimede publicatie van het boek ‘De perfecte storm’ van de professoren Peersman en Schoors, waren goed voor een zoveelste rondje gebash tegen het brugpensioen, het vervroegd pensioen en de pensioenleeftijd. Dit terwijl de eerste pensioenpijler mits de nodige politieke beslissingen perfect betaalbaar blijft. Die sterke eerste pensioenpijler is zeer belangrijk want zowel in het buitenland als in eigen land verhoogt de druk op aanvullende pensioenen. De nodige omzichtigheid inzake aanvullende pensioenen blijft dus geboden. Een aanzienlijk deel van de geraamde vergrijzingskost zitten trouwens in de gezondheidszorgen. De lange termijn ramingen voor de kost van de gezondheidszorg houden echter geen rekening met beleidswijzigingen. Daarom zal het RIZIV samen met het Planbureau werk maken van modellen om de ramingen van de vergrijzingskost beter te laten aansluiten bij de reële evoluties. Het ACV ondersteunt dit initiatief.

Het ACV leest in het jaarverslag van de Studiecommissie ook vooral een pleidooi om op alle niveaus veel sterker te investeren in duurzame groei en werkgelegenheid. Want de beperking van de vergrijzingskost wordt vooral tegengewerkt door de slabakkende groei van de economie en van de werkgelegenheidsperspectieven. Daarom pleit het ACV er voor om de hoge lasten op lonen te verschuiven, via een versterking van de alternatieve financiering van de sociale zekerheid.

Tegelijk valt op hoe lineair men blijft denken als het gaat over de pensioenleeftijd of ruimer de uittredeleeftijd. Zonder rekening te houden met de lengte of de zwaarte van de loopbaan of met de arbeidsgeschiktheid. Met als summum van dat lineaire denken het ‘we leven veel langer, dus moeten we veel langer werken’ credo. De levensverwachting, en nog sterker de gezonde levensverwachting (het aantal jaren in goede gezondheid dat iemand voor de boeg heeft), verschilt echter sterk volgens de sociaaleconomische status en opleiding. Daar gaat men vlot aan voorbij. Door het brugpensioen af te schaffen, door de mogelijkheden voor vervroegd pensioen verder af te bouwen of door de pensioenleeftijd op te trekken creëer je trouwens géén enkele baan. Zelfs als je met botte ingrepen de werkzaamheidsgraad van ouderen zou kunnen opkrikken, dan riskeer je dat dit op een weinig dynamische arbeidsmarkt voor een deel ten koste gaat van jongeren. Prognoses van het Federaal Planbureau (mei 2012) geven aan dat dit voor de eerstkomende jaren inderdaad een reëel risico is en dat de globale werkloosheid hierdoor wellicht verder zal toenemen.

En waar blijft het loopbaanbeleid om kansen te geven aan oudere werknemers en het werk voor ouderen werkbaar te maken? Welke inspanningen mogen we op dit terrein nu eindelijk van werkgevers verwachten? Zonder investeringen in werkbaar werk voor ouderen, vervang je alleen maar het ene inactiviteitsstatuut door het andere. Werkbaar werk is trouwens veel ruimer dan enkel eindeloopbaan, het gaat om een loopbaandebat.

De Nieuwe Werkvloer voorbereiden

Om de 4 jaar organiseert het Vlaams Regionaal Comité (VRC) van het ACV een congres voor militanten en vrijgestelden. Het volgende Congres gaat door in april 2013. Een congres voorbereiden doe je niet op enkele dagen. Wij willen zo veel mogelijk militanten betrekken bij deze voorbereiding.

Het Congres wordt opgebouwd rond 4 thema’s arbeid:

1. Jobs voor de toekomst: welke zijn de sectoren waar we groei en werk-gelegenheid mogen verwachten? Welke jobs willen we creëren? Met bijzondere aandacht voor de “witte” (zorg) en de “groene” sectoren.

2. (gelijke) kansen op werk: heel wat werknemers blijven in de kou staan op de arbeidsmarkt: ze zijn werkloos of werken in onzekere en precaire jobs. Hoe kunnen we echte kansen op werk creëren voor deze “kansengroepen”?

3. Een kwaliteitsvolle werkomgeving: bepaalt mee de kwaliteit van de job. We hebben ook aandacht voor het woon-werkverkeer en voor thuiswerken.

4. Loopbanen van de toekomst: welke loopbanen wensen wij in de toekomst?

Worden wij “architect” van onze eigen loopbaan? Met aandacht voor opleidingen, stages en “werkplekleren”. Een leeftijdsbewust personeelsbeleid met aandacht voor combinatie met zorg en gezin en werkbaar werk voor (oudere) werknemers.

De eerste teksten kan je lezen in het speciaal nummer van ACV-vakbeweging (nr. 765 van 15 september 2012). Op 22 oktober leiden we je op een vlotte en creatieve manier doorheen deze thema’s en houden we een eerste gedachtewisseling.


U komt toch ook?



PROGRAMMA:
19u30: inleiding en schets van het verdere verloop van de congresvoorbereiding

20u00: introductie en eerste bespreking van de 4 congresthema’s in 4 werkgroepen

21u30: slot en drink


INSCHRIJVEN:
Stuur een mailtje naar ben.debognies@acv-csc.be met daarin vermeld welke werkgroep je wilt bijwonen en tot welke centrale of afdeling je behoort.

Feest in Groot Leeuw

Op zaterdag 29 september 2012 organiseerde ACV Groot Leeuw haar decoratiefeest. Met meer dan 150 deelnemers was dit een geweldig succes.

Voor meer foto’s, surf naar hier

vrijdag 5 oktober 2012

Mensen van mededogen en rechtvaardigheid


Als christelijke arbeidersbeweging werken we aan een warme en rechtvaardige samenleving.

De vraag rijst dan wel eens: waaraan geven we prioriteit? Aan de korte relatie van mens tot mens of aan het structureel werken aan de samenleving?Professor Burggraeve verheldert deze spanning aan de hand van het verhaal van de barmhartige Samaritaan.


Claudine De De Cuyper, voorzitter ACW Brussel-Halle-Vilvoorde, verwelkomt ons. Vervolgens geeft prof. Roger Burggraeve, ethicus KU Leuven een inleiding over ‘Mensen van mededogen en rechtvaardigheid - Op zoek naar de ‘ziel’ van christelijk sociaal engagement’. Na het groepsgesprek en koffie gaan we in gesprek met de inleider. Hulpbisschop voor Brussel, Mgr. Kockerols sluit de namiddag af met een slotbeschouwing.


Dinsdag 27 november 2012, 13.30u- 16.30u. GC de Markten- Spiegelzaal, Oude Graanmarkt 10 1000 Brussel.

Info en inschrijven: guido.vanfraechem@acw.be - 02/557 87 71 / pol.arnauts@compaqnet.be - 02/557 87 72. Deelname is gratis.

woensdag 3 oktober 2012

Zoekt u een job?

Zondag 7 oktober is de Internationale Dag voor Waardig Werk. Dit jaar slaan ACV, ABVV, ACLVB en de Coalitie Waardig Werk (de drie vakbonden en de NGO-koepels 11.11.11-CNCD) de handen in elkaar en plaatsen ze de werkgelegenheidscrisis bij jongeren centraal. Dit brengen we onder de aandacht door middel van een facebook-actie rond waardig werk voor jongeren. Hierbij de link naar de facebook-pagina.

Dagelijks zullen hier nieuwe vacatures op verschijnen, gericht aan jongeren die in het buitenland willen gaan werken.Maar zijn jobs in het buitenland altijd wel wat ze lijken?

vrijdag 28 september 2012

759,4 miljard euro!

Op ManiFiesta, het jaarlijkse feest van de solidariteit in Bredene, georganiseerd door het weekblad Solidair en Geneeskunde voor het Volk, hield Marie-Hélène Ska, nationaal secretaris van het ACV op zaterdag 22 september 2012 een toespraak. Marie-Hélène Ska onderstreepte dat het ACV al jaren aanklaagt dat het deel van de lonen in de toegevoegde waarde vermindert. Dat is een sterk signaal van de machtstoename van de factor kapitaal in verhouding tot de factor arbeid. Hieronder de speech .






759,4 miljard euro!
 
 
Dat bedrag geeft de Nationale Bank aan als het netto financieel patrimonium van de Belgen. Als men bij dit cijfer het vastgoedpatrimonium van onze landgenoten toevoegt, dan bedraagt de gemiddelde rijkdom van de Belg 169.000 euro. Dat is dubbel zoveel als in 1997.
 
Einde 2011 kondigde de regering Di Rupo aan, dat er 11 miljard moest bespaard worden in 2012. Dit is anderhalve keer het budget voor het onderwijs van de Franse Gemeenschap. Ondertussen gaat het speculeren maar voort, de winsten die de particulieren realiseren worden nog steeds niet belast. 40 managers van de AB Inbev ontvingen in 2011 bonussen voor een bedrag van 1 miljard euro.
 
Bernard Arnault verdient “slechts” 1,7 miljoen euro per jaar, maar kan daar bovenop nog rekenen op 2,7 miljoen euro variabele lonen en 6,3 miljoen aan opwaarderingen van aandelen of stockopties. Dit choqueert, maar naar het schijnt is de privélogica zo, dat deze praktijken de individuele verdiensten belonen!
 
Het ACV klaagt al jaren het feit aan, dat het deel van de lonen in de toegevoegde waarde vermindert, een sterk signaal van de machtstoename van de factor kapitaal in verhouding tot de factor arbeid.
 
Wie is er bang voor een vermogenskadaster?
 
Wie wil er niet horen van een belasting op de financiële transacties?
 
Wie heeft er schrik van een echte belasting op het geheel van de inkomens?
 
Ik niet en jullie ook niet.
 
Wie profiteert op een schandalige manier van het systeem van notionele intrestaftrek? Ik niet en jullie ook niet.
 
Wie weigert de opheffing van het bankgeheim?
 
Volgende week zullen wij in Brussel zijn, als antwoord op de oproep van de verenigingen die strijden tegen de armoede. Wij eisen dat de gepensioneerden, de gehandicapten, de werklozen krijgen waar zij recht op hebben: uitkeringen in overeenkomst met het levensniveau van de actieve mensen. De kosten voor 2013: 286 miljoen euro min 40 % die aangeslagen werden door de regering. Zelfs dit wordt momenteel in vraag gesteld door een steeds arroganter patronaat.
 
785 euro per maand. Dat is de werkloosheidsuitkering voor een alleenstaande. Kan hij/zij hiermee een waardig leven leiden? Hoeveel kinderen leven er momenteel in een familie met hoge armoederisico’s? 18,5 %, bijna één op vijf. Een rechtvaardige politiek is een politiek waarbij ieder bijdraagt volgens zijn mogelijkheden en middelen en niet volgens zijn goesting. Wij moeten deze onrechtvaardigheden blijven aanklagen en aantonen dat er andere keuzes mogelijk zijn.
 
Voor het ACV is de weg duidelijk:
  • Een echte aanpak van de fiscale fraude.
  • Opheffing van het bankgeheim.
  • Invoering van een rechtvaardige belasting op de meerwaarden en op de aandelen.
  • De kwestie van de progressieve belasting voor de rijksten moet dringend opnieuw op de agenda worden geplaatst.
  • Een dringende herziening van de talloze fiscale verminderingen.
  • Herbekijken van de impact van de notionele intrestaftrek op de werkelijke economie.
 
 Op Europees niveau strijden wij:
  •  Tegen de fiscale dumping.
  • Voor de invoering van een belasting op de financiële transacties.
  • Laat ons actief strijden voor een versterking van de financiële doorzichtigheid en laat ons onze fiscale en juridische administraties voorzien van middelen van de 21e eeuw, zodat iedereen gelijk is voor de wet.


donderdag 27 september 2012

Zeg je gedacht over het IPA


Op 30 augustus hielden we via de ACV-Nieuwsflash een bevraging over het Interprofessioneel akkoord onder de titel “waar ligt u van wakker?”. Dezelfde bevraging verscheen enkele dagen later ook in VISIE. Met de resultaten van deze bevraging hielden we ook rekening toen we op 11 september namens het verbond Brussel-Halle-Vilvoorde tussenkwamen op de Algemene Raad van het ACV.
 
Hieronder vindt u de gemiddelde scores (op 5) die aan de verschillende thema’s werden toegekend. De koopkracht krijgt duidelijk de hoogste prioriteit met een integraal behoud van de index op 1, een verhoging van de minimumlonen op 2 en de verhoging van de uitkeringen op 4. Maar ook de aanpak van de jeugdwerkloosheid scoort hoog met een gemiddelde score van 4,02 op 5. Investeren in vorming scoort lager op de ranglijst dan verwacht; Maar wat opvalt is dat geen enkel thema echt een lage score krijgt. Ook de verlaging van de loonkost scoort met 3,22 op 5 nog vrij hoog en wordt dus door veel militanten als belangrijk beschouwd om jobs en groei te behouden (mits die verlaging van loonkosten leidt tot bijkomende tewerkstelling en met een alternatieve financiering voor de sociale zekerheid).
 
  1. Integraal behoud index 4,50
  2. Minimumloon verhogen 4,04
  3. Meer jobs voor jongeren 4,02
  4. Sociale uitkeringen verhogen 3,87
  5. Eenheidsstatuut arbeiders - bedienden 3,61
  6. Aanvullend pensioen voor iedere werknemer 3,50
  7. Meer investeren in vorming 3,37
  8. Loonkosten verlagen 3,22
 
Ondertussen heeft het ACV zijn prioriteiten vastgelegd voor het IPA. De Algemene Raad schoof 10 prioriteiten naar voor:
 
  1. Vrijwaring van de index en veralgemening naar alle sectoren 
  2. Ruimte voor koopkrachtverbetering in de sectoren met hoogstens een indicatieve loonnorm
  3. Eindelijk ook een matiging voor andere inkomensgroepen en van de huurprijzen
  4. Verhoging van de minimumlonen en afschaffing van de jeugdlonen
  5. Welvaartsvastheid van de sociale uitkeringen
  6. Uitbouw en versterking van de 2e pensioenpijler met behoud van voorrang voor de 1e pijler
  7. Meer investeren in opleiding en innovatie
  8. Meer en betere banen, zeker voor jongeren
  9. Betere tussenkomsten in woon-werkverkeer
  10. Verlenging van de tijdelijke brugpensioenmaatregelen
 
Ondertussen heeft de Groep van 10 reeds drie vergaderingen achter de rug. Waar de loonmarge en de welvaartsvastheid van de uitkeringen ter sprake kwam. Tot hier toe zonder veel resultaten. Om onze eisen kracht bij te zetten verzamelen we nu zondag 30 september om 13u op het Poelaertplein in Brussel: be there !

IPA: het cahier van het ACV


De Algemene Raad van het ACV verzamelde op 11 september de bekommernissen en verwachtingen van de achterban voor een nieuw interprofessioneel akkoord (IPA). Het Nationaal Bestuur van het ACV verfijnde dit vandaag tot concrete voorstellen.
 

1. Vrijwaring van de index. Meer nog: in alle sectoren een mechanisme van automatische aanpassing van de lonen aan de index.
Niet de lonen zijn het probleem, maar de lasten op het loon. Omdat de financiering van de sociale zekerheid te zwaar weegt op arbeid. En dat is omdat andere inkomensgroepen en de vermogenden onvoldoende hun deel doen. De concurrentiepositie moet worden verstevigd en de werkgelegenheid worden bevorderd, niet door een eenzijdige inlevering van de werknemers, maar door een versterking van de alternatieve financiering van de sociale zekerheid, opdat alle inkomensgroepen, naar draagkracht, hun deel doen.


  
2. Ruimte voor koopkrachtverbetering in de sectoren, met vrijwaring van de onderhandelingsvrijheid van de sociale partners.
 
In de sectoren en bedrijven moet voldoende ruimte blijven voor koopkrachtverbetering, in functie van de economische mogelijkheden. De indicatieve onderhandelingsmarges moeten in alle autonomie door de sociale partners worden bepaald i.p.v. via een eenzijdige ingreep van de regering, op straffe van sancties.
 
 
 
3. Eindelijk matiging van de andere inkomensgroepen.
Het beleid van eenzijdige inleveringen door werknemers en gerechtigden op sociale uitkeringen moet een einde nemen. Op basis van art. 14 van de Wet van 1996 op het concurrentievermogen en de werkgelegenheid kan de regering maatregelen nemen tot matiging van de inkomensevolutie van andere inkomensgroepen en van huurprijzen. Dit kreeg tot op heden geen enkele uitvoering. We vragen dat in het verlengde van de loonnorm voor 2011-2012 ook art. 14 van die Wet wordt geactiveerd.
 
 
 
4. Verhoging van het minimumloon en afschaffing van de jeugdlonen.
Ten eerste wordt het tijd dat we het gewaarborgd minimummaandinkomen (vervat in de cao nr. 43 van de NAR) verhogen. Dat zit sinds 1 februari 2012 op 1.472,40 euro/maand. Vanaf 21,5 jaar en mits 6 maand anciënniteit wordt het verhoogd tot 1.511,48 euro. Vanaf 22 jaar en mits 1 jaar anciënniteit komt het op 1.528,84 euro. De laatste verhoging boven index dateert inmiddels van 2008, in uitvoering van het IPA 2007-2008.
 
Ten tweede pleit het ACV al jaren voor een afbouw van de lagere jeugdbarema’s. Dat is voor het ACV een kwestie van leeftijdsdiscriminatie. Eigenlijk is dat een dubbele discriminatie. De cao nr. 50 voorziet een verlaging met 6 % minimummaandinkomen voor ieder jaar beneden de 21 jaar. Maar die minima zijn niet eens algemeen toepasbaar. Anders dan bij de cao nr. 43 kunnen sectoren neerwaarts afwijken.
 
En dan is er nog een kleine discriminatie op basis van leeftijd die vervat zit in de cao nr. 43 zelf (zie hoger): waarom, naast het verschil in anciënniteit, ook nog eens een verschil naargelang men 21 jaar, 21,5 jaar of 22 jaar of ouder is?
 
 
 
5. Welvaartsvastheid van de vervangingsinkomens
De regering heeft op onaanvaardbare wijze het wettelijke voorziene budget voor de welvaartsvastheid van de vervangingsinkomens met 40% ingekort. We aanvaarden niet dat de werkgevers dit nu verder inkorten. We vragen realisatie van de eisen die de vakbonden inmiddels samen hebben vooropgesteld:
  • verhoging van alle minima, forfaits en berekeningsplafonds met 2%, ook in de werkloosheid; 
  • verhoging van andere uitkeringen in pensioenen, arbeidsongevallen en beroepsziektes met de 0.3% (cf. loonnorm 2011-2012 voor de werknemers);
  • verhoging met 2% van de pensioenen na 5 jaar en van de uitkeringen bij invaliditeit, arbeidsongeval of beroepsziekte na 6 jaar;
  • verhoging van het vakantiegeld voor invaliden van 200 euro tot 350 euro;
  • verhoging van de toeslag voor de meest zorgbehoevende invaliden (van 15 naar 20 euro per dag);
  • aanpassing van de grensbedragen voor OMNIO, WIGW e.d. om broekzak-vestzak-operaties te vermijden.
Dit moet bij voorkeur zijn beslag krijgen buiten het IPA.
 
 
 
6. Wegwerken van de achterstelling van sommige sectoren inzake pensioenopbouw, met voorrang voor de eerste pijler.
We blijven absoluut voorstander van een vrijwaring en versterking van de eerste pijler. Tegelijk stellen we vast dat de voordelen van de tweede pijler zeer ongelijk verdeeld zijn en heel wat werknemers ofwel geen ofwel een zwak aanvullend pensioen hebben. We vragen maatregelen om die achterstelling gaandeweg weg te werken.
 
 
 
7. Concurrentievermogen is meer dan loonkost alleen, maar vergt ook investeringen in opleiding en innovatie.
In het bijzonder stellen we vast dat het sanctiemechanisme voor opleiding tot op heden heeft gefaald. De investering in en participatie aan opleiding blijft zwaar problematisch. Qua investeringen gaat het zelfs van kwaad naar erger. Twee pistes om dit te beantwoorden: 
  • een verstrenging van het sanctiemechanisme, zoals inmiddels werd beslist en in onderhandeling in de Nationale Arbeidsraad, mits een correcte inschatting van de eigenlijke opleidingsinspanningen;
  • nog beter: een afdwingbaar recht op opleiding voor de werknemers, minstens 5 dagen per jaar.
 
 
8. Meer en betere banen, met voorrang aan de strijd tegen de jeugdwerkloosheid.
Dit is een kwestie van:
  • betere tewerkstellingskansen, in het bijzonder voor jongeren, gezien de stijgende jeugdwerkloosheid;
  • beperking van de werkonzekerheid;
  • bevordering van werkbaar werk, voor jong en oud.
 
  
9. Betere tussenkomsten in de kosten van woon-werkverkeer.
De cao nr. 19 bevat minstens twee tekortkomingen:
  • sinds het IPA 2007-2008 geen automatische aanpassing meer aan de tarieven van het openbaar vervoer;
  • nog steeds beperkt tot afstanden vanaf 5 km.
 
We vragen uitbreiding tot afstanden beneden de 5 km en een aanpassing van de tussenkomsten van de werkgevers aan de stijging van de tarieven.
 
 
 
10. Verlenging van de tijdelijke afspraken.
We bekwamen in het overleg over de reparaties al een verlenging en verbetering van het brugpensioen vanaf 56 jaar na 40 jaar loopbaan. We eisen ook:
  • verlenging van het brugpensioen vanaf 56 jaar na 20 jaar nachtarbeid;
  • verlenging van het brugpensioen vanaf 56 jaar voor bouwvakkers met verminderde arbeidsgeschiktheid;
  • verlenging van het medisch brugpensioen vanaf 58 jaar na 35 jaar loopbaan;
  • verlenging van de 0.10% voor risicogroepen;
  • verlenging van de 0.05% voor de begeleiding van werklozen.

donderdag 20 september 2012

De Vlaamse regering moet duidelijke én sociale keuzes maken


De Vlaamse regering bereidt momenteel de begroting 2013 voor. Minister-President Peeters zal op maandag 24 september de beleidsplannen van de Vlaamse regering voor 2013 toelichten in het Vlaams Parlement. De begrotingsopmaak zal geen makkelijke oefening worden. Kaasschaafgewijs lineair besparen is echter geen optie voor de vakbonden.

Duidelijke en sociale keuzes nodig

1. In een context van stijgende (jeugd)werkloosheid en industrie die zwaar te lijden heeft, moet al wat kan bijdragen tot het creëren van werkgelegenheid worden ontzien. Vlaanderen moet al de hefbomen die het op dit terrein heeft maximaal inzetten. Dit betekent o.a. de Vlaamse en federale plannen en middelen voor jongerenstages inpassen, een evaluatie van de investeringssteun aan bedrijven, de hervorming van het secundair onderwijs zo snel mogelijk opstarten.

2. Er mag geenszins worden getornd aan de budgettaire ruimte die voorzien is voor sociaal beleid (uitbreiding gehandicaptenzorg, kinderopvang, armoedebestrijding…).

3. De Vlaamse regering moet ook zorgen voor transparantie over de belastingdruk op inkomsten uit successierechten, managementvennootschappen, onroerende voorheffing… Het is vandaag niet mogelijk om exacte uitspraken te doen over het aandeel van gezinnen resp. van bedrijven in de inkomsten van gewestbelastingen en nog veel minder over het aandeel van minder- en betervermogende gezinnen onderling. Die transparantie is essentieel voor een rechtvaardige verdeling van de belastingdruk.

4. De koopkracht van de werknemers mag niet verder aangetast worden. De reeds lang beloofde automatische toekenning van rechten, zoals het recht op een studiebeurs, mag niet opnieuw uitgesteld worden. En er moet voldoende ruimte zijn voor de komende onderhandelingen over loonprogrammatie, ook in het onderwijs.

2013 is het laatste volle beleidsjaar van deze Vlaamse regering Peeters II. We verwachten dan ook een Vlaamse regering die voldoende sociale ambitie aan de dag legt.

(persbericht 19/09/2012 Vlaams ABVV, ACV, ACLVB)

dinsdag 18 september 2012

IPA-overleg van start


De Groep van 10 is gestart met de gesprekken voor het najaarsoverleg, annex IPA-overleg. Het ACV is goed voorbereid voor dat overleg. De Algemene Raad van 11 september liet goed toe de temperatuur te voelen en zette de krijtlijnen uit.

De achtergrond is bijzonder complex met zeer veel sociaaleconomische onweerswolken. Vanuit de organisaties in volle zomer een Algemene Raad voorbereiden was niet simpel. Toch kregen we een rijke en doorleefde inbreng. Er bleek ook een ruime eensgezindheid te zijn over de marsrichting. Iedereen beseft dat dit geen gezondheidswandeling wordt. Het verschil in visie tussen de sociale partners is groot. En de economische context verslechtert zienderogen. Op smeerolie van de regering moet ook al niet worden gerekend. Dus moeten we de verwachtingen temperen. Maar de overgrote meerderheid binnen het ACV is alleszins van mening dat we voor een nieuw interprofessioneel solidariteitsakkoord moeten gaan, met inhoud.

 
Welke inhoud? De Algemene Raad schoof tien duidelijke speerpunten naar voor:  
  • vrijwaring van de index, zelfs veralgemening naar alle sectoren;
  • enige ruimte voor verhoging van de brutolonen, met hoogstens een indicatieve loonnorm;
  • eindelijk toepassing van art. 14 van de Wet van 1996: matiging van inkomensevolutie van andere inkomensgroepen en van huurprijzen;
  • verhoging van het minimumloon en afschaffing van de jeugdlonen;
  • welvaartsvastheid van de vervangingsinkomens, al blijven we vinden dat dit beter los van het IPA wordt geregeld, zonder er een prijs voor te betalen aan de werkgevers;
  • uitbouw en versterking van de 2e pensioenpijler voor werknemers met een laag of geen aanvullend pensioen, met behoud van de voorrang voor de eerste pensioenpijler;
  • investering in innovatie en in de opleiding van werknemers – liefst via individuele rechten op opleiding;
  • bevordering van de werkgelegenheid, met bijzondere aandacht voor de stijgende jeugdwerkloosheid en voor werkzekerheid en werkbaar werk, voor jong en oud;
  • een betere tussenkomst in de kost van het woon-werkverkeer;
  • verlenging van de tijdelijke brugpensioenmaatregelen (bouw, 20 jaar nachtarbeid, medisch brugpensioen).

Tegelijk was de Algemene Raad heel duidelijk over het dossier arbeiders-bedienden en flexibiliteit.
  • Het dossier arbeiders-bedienden moet buiten en na het IPA zijn beslag krijgen. We bereiden ons als ACV wel goed en tijdig voor om het voortouw te blijven nemen.
  • In geen geval zullen we nog meer flexibiliteit op maat van de werkgevers toestaan.

Nationale actie 30 september


Op 30 september organiseert het Platform voor Welvaart en Tegen Ongelijkheid een nationale actie op het Poelaertplein in Brussel om meer aandacht te vragen voor de groeiende armoede in ons land.

  • Voor kwalitatief en duurzaam werk 
  • Voor toereikende en welvaartsvaste uitkeringen
  • Voor toereikende pensioenen
  • Voor versterkte en toegankelijke sociale rechten en diensten
Afspraak op 30 september van 13u tot 16u op het Poelaertplein in Brussel.

maandag 17 september 2012

Nieuwe algemene cao tijdkrediet vanaf 1 september van kracht


Vanaf 1 september zijn de nieuwe afspraken rond tijdkrediet van kracht. Vakbonden en werkgeversorganisaties maakten die nieuwe afspraken in de Nationale Arbeidsraad (NAR). Deze nieuwe cao was nodig om de rechten op een uitkering, waarin de regering zwaar bespaarde, te laten sporen met de rechten ten opzichte van de werkgever.

Deze besparingsoperatie blijft het ACV zwaar op de maag liggen. We moeten langer werken, maar tegelijk werd bijvoorbeeld stevig gesnoeid in de landingsbanen die net moeten bevorderen dat werknemers langer aan de slag blijven op deeltijdse basis.

Toch is Mathieu Verjans, nationaal secretaris van het ACV en onderhandelaar in de NAR, vrij tevreden over de nieuwe cao tijdkrediet:
 
“Ondanks de besparingen zijn de rechten op tijdkrediet in de nieuwe cao vrij goed overeind zijn gebleven. Dat is belangrijk, want heel veel mensen gebruiken tijdkrediet om bijvoorbeeld arbeid en zorg te combineren. Via de voorjaarsonderhandelingen met regering en werkgevers hebben we ook correcties bekomen op wat de regering aanvankelijk had voorgesteld. Met overgangsmaatregelen voor mensen die al eerder keuzes hadden gemaakt.”

Op sommige punten werden met de nieuwe cao zelfs verbeteringen bereikt. Zo kan de overstap van ouderschapsverlof naar tijdkrediet nu in alle gevallen naadloos gemaakt worden. En je kan nu ook 8 jaar viervijfden gaan werken. In de oude regeling was dat maar 5 jaar. Het interprofessionele basisrecht op tijdkrediet, nu beperkt tot 1 jaar voltijds of 1 jaar deeltijds, wordt ook versterkt. Het wordt 1 jaar voltijds of 2 jaar deeltijds, aangevuld met extra-kredieten voor zorg of opleiding, zonder dat daarvoor nog een sector-cao nodig is.
 
Mathieu Verjans wijst er ook op dat het tijdkrediet een belangrijke richting voor het sociaal overleg aangeeft:
 
“Het ACV wil permanent werken aan nieuwe vormen van flexibiliteit op maat van werknemers. We gaan dan steeds voor algemene, collectief onderhandelde afspraken. Om de vrijwilligheid van in te stappen in welk systeem dan ook te waarborgen. Uit bezorgdheid over bv. de opbouw van pensioenrechten. Om te voorkomen dat te flexibel werken het welzijn schaadt. Dat algemene afsprakenkader moet dan verder in overleg tussen werknemers en werkgever in de onderneming ingevuld worden. Bijvoorbeeld om 4/5 te gaan werken en dagelijks een uurtje vroeger te stoppen. Die nadruk op collectieve afspraken is geen overbodige luxe. Er is bijvoorbeeld nog altijd geen definitieve regeling voor de gelijkstelling voor het pensioen. Zodat er na negen maand nog altijd geen rechtszekerheid is voor de mensen die instappen in het tijdkrediet of in een landingsbaan. En ook voor de 4de maand ouderschapsverlof zonder uitkering is er nog altijd geen regeling inzake gelijkstelling voor het pensioen. “
 
 
Het ACV kreeg de voorbije maanden heel veel vragen over de nieuwe regels rond tijdkrediet. Daarom is de gloednieuwe gids ‘Tijdkrediet en loopbaanvermindering in de privésector’ te raadplegen op www.acv-online.be Het ACV zal binnenkort ook een online simulatie tijdkrediet lanceren. Met deze simulator zal je kunnen nagaan wat je specifieke rechten zijn. En wat dit betekent voor je inkomen.
 
De nieuwe cao tijdkrediet samengevat
 
1. Een interprofessioneel recht op 12 maanden tijdkrediet zonder motief
  • op te nemen als 1 jaar voltijds, 2 jaar halftijds tijdkrediet of 5 jaar 1/5 vermindering, of een equivalente combinatie van deze stelsels.
  • Voor de opnamemodaliteiten gelden de huidige bepalingen inzake aanvraagprocedure, drempels, eventueel uitstel, … waarbij de huidige afspraken op sector- of ondernemingsvlak behouden blijven.
  • Dit recht kan indien gewenst zonder uitkeringen uitgeoefend worden. (bijvoorbeeld om tijdelijk elders te gaan werken)
 
2. Een interprofessioneel recht op 48 maanden tijdkrediet met motief, voor de zorg van een zwaar ziek minderjarig kind of een gehandicapt kind tot 21 jaar
  • Op te nemen als vol- of halftijds tijdkrediet, of als 1/5 vermindering;
  • Ook hier gelden in de bestaande opnamemodaliteiten,
  • … tenzij dit verlof wordt aangevraagd aansluitend op het thematische verlof, wat vaak het geval zal zijn. In dergelijk geval is de drempel de eerste zes maanden van het tijdkrediet niet op hen van toepassing, waardoor zij rechtstreeks aansluitend op het thematisch verlof in het tijdkrediet kunnen instappen.
  • Ook dit recht kan indien gewenst zonder uitkeringen uitgeoefend worden.
3. Het recht op 36 maanden tijdkrediet met motief, voor de zorg voor een kind tot 8 jaar, palliatieve zorgen, de zorg van een zwaar ziek gezins- of familielid, of voor opleiding:
  • Een interprofessioneel recht indien het wordt opgenomen als 1/5 vermindering, naast het recht op de 12 maanden zonder motief. In totaal komt dit neer op een interprofessioneel recht van maximaal 8 jaar 1/5 vermindering.
  • Een recht vastgesteld bij sector- of ondernemingscao indien het wordt opgenomen als vol- of halftijds tijdkrediet. Bestaande sector- en ondernemingscao’s gesloten in het kader van cao nr. 77bis, zullen gelden in toepassing van dit artikel, en moeten niet heronderhandeld worden. Samen met het recht op de 12 maanden tijdkrediet zonder motief, is hierdoor in totaal maximaal 4 jaar volledige onderbreking mogelijk ( 12 m + 36 m) of maximaal 5 jaar halftijds tijdkrediet (24 m + 36 m).
  • Ook hier gelden de bestaande opnamemodaliteiten, met opnieuw de uitzondering voor de opname van het tijdkrediet aansluitend op het thematische zorg- of palliatief verlof (drempel niet van toepassing).
  • Dit recht kan niet worden opgenomen in combinatie met een reeds bestaande niet-toegelaten bezoldigde activiteit of met een uitbreiding van die activiteit als werknemer of zelfstandige.
  • De combinatie van de rechten op de 36 maanden en de 48 maanden blijft beperkt tot 48 maanden.
  
4. Het recht op een landingsbaan, inclusief de bekomen reparaties: (interprofessioneel, met uitzondering van de loopbaan van 28 jaar)
  • Vanaf 55 jaar 1/5 of ½ vermindering, voor werknemers met een loopbaan van 25 jaar;
  • Voor zware beroepen: 1/5 vermindering vanaf 50 jaar;
  • Bovendien voor zware beroepen die tevens knelpuntberoepen zijn: ½ vermindering, overeenkomstig het akkoord in het beheerscomité RVA;
  • Na 28 jaar loopbaan vanaf 50 jaar: 1/5 vermindering, op voorwaarde van een sectorcao, met evaluatie in de NAR.
  • In ondernemingen in herstructurering of moeilijkheden: 1/5 en ½ vermindering.

Elektriciteits- en gasfactuur los van de olieprijs

Het ACV is tevreden met het voorstel van de CREG om de elektriciteits- en gasfactuur los te koppelen van de olieprijs. Het ACV dringt hier al maanden op aan.


Mathieu Verjans, nationaal secretaris van het ACV: “Sinds de vrijmaking van de elektriciteit- en gasmarkt in België zijn de leveranciers volledig vrij om hun prijzen vast te stellen. Voor de meerderheid van de contracten doen ze dit echter nog steeds op basis van oude parameters waarin de olieprijs sterk doorweegt. Als de olieprijs stijgt, betalen de huishoudens dus onmiddellijk meer voor hun elektriciteit en gas. Terwijl de kosten van de producenten niet in dezelfde mate stegen. Het gros van onze elektriciteit komt uit afgeschreven kerncentrales en van centrales op gas en steenkool. Stijgende olieprijzen betekenen dus vooral stijgende winsten voor de elektriciteitsproducenten en gasleveranciers.”

Het ACV wijst echter ook op de impact van de transport- en distributienettarieven op de elektriciteitsprijs . De transporttarieven van het hoogspanningsnet werden gevoelig verlaagd, onder andere door het schrappen van de federale bijdrage voor het klimaatbeleid. De distributienettarieven stegen daarentegen sterk, onder andere door de zonnepanelen, en worden nu op een constant niveau gehouden. Er zijn echter aanzienlijke investeringen in het netwerk nodig. Ook ons sociaal en hernieuwbaar energiebeleid, waar niemand het belang van kan ontkennen, wordt voor een stuk via deze tarieven betaald. Dit alles zal wellicht een opwaartse druk hebben op deze beide tarieven. Het is van het grootste belang dat de CREG de juiste stijging van beide tarieven beoordeelt en goedkeurt.

Nog belangrijker is te weten ‘wie’ er meer of minder betaalt. We zien dat men de factuur steeds meer en meer doorschuift naar de huishoudens. De energiefactuur weegt in het gezinsbudget zeer zwaar door. Zeker bescheiden inkomens voelen dit in grotere mate. Het spreekt voor zich dat de concurrentiepositie van de bedrijven niet onderuit gehaald mag worden door onredelijke energieprijzen. Maar over een eerlijke verdeling van de inspanning tussen huishoudens en bedrijven vindt vandaag geen open en transparant publiek debat plaats.