dinsdag 9 oktober 2012

Reactie op het jaarverslag van de Studiecommissie voor de Vergrijzing


De publicatie van het jaarverslag van de Studiecommissie voor de Vergrijzing en de perfect getimede publicatie van het boek ‘De perfecte storm’ van de professoren Peersman en Schoors, waren goed voor een zoveelste rondje gebash tegen het brugpensioen, het vervroegd pensioen en de pensioenleeftijd. Dit terwijl de eerste pensioenpijler mits de nodige politieke beslissingen perfect betaalbaar blijft. Die sterke eerste pensioenpijler is zeer belangrijk want zowel in het buitenland als in eigen land verhoogt de druk op aanvullende pensioenen. De nodige omzichtigheid inzake aanvullende pensioenen blijft dus geboden. Een aanzienlijk deel van de geraamde vergrijzingskost zitten trouwens in de gezondheidszorgen. De lange termijn ramingen voor de kost van de gezondheidszorg houden echter geen rekening met beleidswijzigingen. Daarom zal het RIZIV samen met het Planbureau werk maken van modellen om de ramingen van de vergrijzingskost beter te laten aansluiten bij de reële evoluties. Het ACV ondersteunt dit initiatief.

Het ACV leest in het jaarverslag van de Studiecommissie ook vooral een pleidooi om op alle niveaus veel sterker te investeren in duurzame groei en werkgelegenheid. Want de beperking van de vergrijzingskost wordt vooral tegengewerkt door de slabakkende groei van de economie en van de werkgelegenheidsperspectieven. Daarom pleit het ACV er voor om de hoge lasten op lonen te verschuiven, via een versterking van de alternatieve financiering van de sociale zekerheid.

Tegelijk valt op hoe lineair men blijft denken als het gaat over de pensioenleeftijd of ruimer de uittredeleeftijd. Zonder rekening te houden met de lengte of de zwaarte van de loopbaan of met de arbeidsgeschiktheid. Met als summum van dat lineaire denken het ‘we leven veel langer, dus moeten we veel langer werken’ credo. De levensverwachting, en nog sterker de gezonde levensverwachting (het aantal jaren in goede gezondheid dat iemand voor de boeg heeft), verschilt echter sterk volgens de sociaaleconomische status en opleiding. Daar gaat men vlot aan voorbij. Door het brugpensioen af te schaffen, door de mogelijkheden voor vervroegd pensioen verder af te bouwen of door de pensioenleeftijd op te trekken creëer je trouwens géén enkele baan. Zelfs als je met botte ingrepen de werkzaamheidsgraad van ouderen zou kunnen opkrikken, dan riskeer je dat dit op een weinig dynamische arbeidsmarkt voor een deel ten koste gaat van jongeren. Prognoses van het Federaal Planbureau (mei 2012) geven aan dat dit voor de eerstkomende jaren inderdaad een reëel risico is en dat de globale werkloosheid hierdoor wellicht verder zal toenemen.

En waar blijft het loopbaanbeleid om kansen te geven aan oudere werknemers en het werk voor ouderen werkbaar te maken? Welke inspanningen mogen we op dit terrein nu eindelijk van werkgevers verwachten? Zonder investeringen in werkbaar werk voor ouderen, vervang je alleen maar het ene inactiviteitsstatuut door het andere. Werkbaar werk is trouwens veel ruimer dan enkel eindeloopbaan, het gaat om een loopbaandebat.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten