donderdag 27 september 2012

IPA: het cahier van het ACV


De Algemene Raad van het ACV verzamelde op 11 september de bekommernissen en verwachtingen van de achterban voor een nieuw interprofessioneel akkoord (IPA). Het Nationaal Bestuur van het ACV verfijnde dit vandaag tot concrete voorstellen.
 

1. Vrijwaring van de index. Meer nog: in alle sectoren een mechanisme van automatische aanpassing van de lonen aan de index.
Niet de lonen zijn het probleem, maar de lasten op het loon. Omdat de financiering van de sociale zekerheid te zwaar weegt op arbeid. En dat is omdat andere inkomensgroepen en de vermogenden onvoldoende hun deel doen. De concurrentiepositie moet worden verstevigd en de werkgelegenheid worden bevorderd, niet door een eenzijdige inlevering van de werknemers, maar door een versterking van de alternatieve financiering van de sociale zekerheid, opdat alle inkomensgroepen, naar draagkracht, hun deel doen.


  
2. Ruimte voor koopkrachtverbetering in de sectoren, met vrijwaring van de onderhandelingsvrijheid van de sociale partners.
 
In de sectoren en bedrijven moet voldoende ruimte blijven voor koopkrachtverbetering, in functie van de economische mogelijkheden. De indicatieve onderhandelingsmarges moeten in alle autonomie door de sociale partners worden bepaald i.p.v. via een eenzijdige ingreep van de regering, op straffe van sancties.
 
 
 
3. Eindelijk matiging van de andere inkomensgroepen.
Het beleid van eenzijdige inleveringen door werknemers en gerechtigden op sociale uitkeringen moet een einde nemen. Op basis van art. 14 van de Wet van 1996 op het concurrentievermogen en de werkgelegenheid kan de regering maatregelen nemen tot matiging van de inkomensevolutie van andere inkomensgroepen en van huurprijzen. Dit kreeg tot op heden geen enkele uitvoering. We vragen dat in het verlengde van de loonnorm voor 2011-2012 ook art. 14 van die Wet wordt geactiveerd.
 
 
 
4. Verhoging van het minimumloon en afschaffing van de jeugdlonen.
Ten eerste wordt het tijd dat we het gewaarborgd minimummaandinkomen (vervat in de cao nr. 43 van de NAR) verhogen. Dat zit sinds 1 februari 2012 op 1.472,40 euro/maand. Vanaf 21,5 jaar en mits 6 maand anciënniteit wordt het verhoogd tot 1.511,48 euro. Vanaf 22 jaar en mits 1 jaar anciënniteit komt het op 1.528,84 euro. De laatste verhoging boven index dateert inmiddels van 2008, in uitvoering van het IPA 2007-2008.
 
Ten tweede pleit het ACV al jaren voor een afbouw van de lagere jeugdbarema’s. Dat is voor het ACV een kwestie van leeftijdsdiscriminatie. Eigenlijk is dat een dubbele discriminatie. De cao nr. 50 voorziet een verlaging met 6 % minimummaandinkomen voor ieder jaar beneden de 21 jaar. Maar die minima zijn niet eens algemeen toepasbaar. Anders dan bij de cao nr. 43 kunnen sectoren neerwaarts afwijken.
 
En dan is er nog een kleine discriminatie op basis van leeftijd die vervat zit in de cao nr. 43 zelf (zie hoger): waarom, naast het verschil in anciënniteit, ook nog eens een verschil naargelang men 21 jaar, 21,5 jaar of 22 jaar of ouder is?
 
 
 
5. Welvaartsvastheid van de vervangingsinkomens
De regering heeft op onaanvaardbare wijze het wettelijke voorziene budget voor de welvaartsvastheid van de vervangingsinkomens met 40% ingekort. We aanvaarden niet dat de werkgevers dit nu verder inkorten. We vragen realisatie van de eisen die de vakbonden inmiddels samen hebben vooropgesteld:
  • verhoging van alle minima, forfaits en berekeningsplafonds met 2%, ook in de werkloosheid; 
  • verhoging van andere uitkeringen in pensioenen, arbeidsongevallen en beroepsziektes met de 0.3% (cf. loonnorm 2011-2012 voor de werknemers);
  • verhoging met 2% van de pensioenen na 5 jaar en van de uitkeringen bij invaliditeit, arbeidsongeval of beroepsziekte na 6 jaar;
  • verhoging van het vakantiegeld voor invaliden van 200 euro tot 350 euro;
  • verhoging van de toeslag voor de meest zorgbehoevende invaliden (van 15 naar 20 euro per dag);
  • aanpassing van de grensbedragen voor OMNIO, WIGW e.d. om broekzak-vestzak-operaties te vermijden.
Dit moet bij voorkeur zijn beslag krijgen buiten het IPA.
 
 
 
6. Wegwerken van de achterstelling van sommige sectoren inzake pensioenopbouw, met voorrang voor de eerste pijler.
We blijven absoluut voorstander van een vrijwaring en versterking van de eerste pijler. Tegelijk stellen we vast dat de voordelen van de tweede pijler zeer ongelijk verdeeld zijn en heel wat werknemers ofwel geen ofwel een zwak aanvullend pensioen hebben. We vragen maatregelen om die achterstelling gaandeweg weg te werken.
 
 
 
7. Concurrentievermogen is meer dan loonkost alleen, maar vergt ook investeringen in opleiding en innovatie.
In het bijzonder stellen we vast dat het sanctiemechanisme voor opleiding tot op heden heeft gefaald. De investering in en participatie aan opleiding blijft zwaar problematisch. Qua investeringen gaat het zelfs van kwaad naar erger. Twee pistes om dit te beantwoorden: 
  • een verstrenging van het sanctiemechanisme, zoals inmiddels werd beslist en in onderhandeling in de Nationale Arbeidsraad, mits een correcte inschatting van de eigenlijke opleidingsinspanningen;
  • nog beter: een afdwingbaar recht op opleiding voor de werknemers, minstens 5 dagen per jaar.
 
 
8. Meer en betere banen, met voorrang aan de strijd tegen de jeugdwerkloosheid.
Dit is een kwestie van:
  • betere tewerkstellingskansen, in het bijzonder voor jongeren, gezien de stijgende jeugdwerkloosheid;
  • beperking van de werkonzekerheid;
  • bevordering van werkbaar werk, voor jong en oud.
 
  
9. Betere tussenkomsten in de kosten van woon-werkverkeer.
De cao nr. 19 bevat minstens twee tekortkomingen:
  • sinds het IPA 2007-2008 geen automatische aanpassing meer aan de tarieven van het openbaar vervoer;
  • nog steeds beperkt tot afstanden vanaf 5 km.
 
We vragen uitbreiding tot afstanden beneden de 5 km en een aanpassing van de tussenkomsten van de werkgevers aan de stijging van de tarieven.
 
 
 
10. Verlenging van de tijdelijke afspraken.
We bekwamen in het overleg over de reparaties al een verlenging en verbetering van het brugpensioen vanaf 56 jaar na 40 jaar loopbaan. We eisen ook:
  • verlenging van het brugpensioen vanaf 56 jaar na 20 jaar nachtarbeid;
  • verlenging van het brugpensioen vanaf 56 jaar voor bouwvakkers met verminderde arbeidsgeschiktheid;
  • verlenging van het medisch brugpensioen vanaf 58 jaar na 35 jaar loopbaan;
  • verlenging van de 0.10% voor risicogroepen;
  • verlenging van de 0.05% voor de begeleiding van werklozen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten