maandag 19 oktober 2009

In 2020 met de sneltram naar het werk?

Dit najaar gaat de Vlaamse vervoersmaatschappij De Lijn de dialoog aan met het middenveld over haar mobiliteitsvisie voor 2020. Joost Swinnen, senior project manager bij De Lijn, kwam afgelopen donderdag op het ACV-overlegcomité van Halle-Vilvoorde de mobiliteitsvisie 2020 voorstellen én de werknemersafgevaardigden uit de rand rond Brussel om een reactie vragen op de ambiteuze spoorplannen van De Lijn.

De mensen die in Brussel of in de rand werken tijdens hun woon-werkverkeer uit de auto krijgen, daar is het De Lijn om te doen. De Lijn werkte in haar mobiliteitsvisie 2020 een gewenste openbare vervoerstructuur uit op basis van een analyse van de ruimtelijke en socio-economische situatie in 2020. Alle gemeenten in Vlaams-Brabant werden hierover schriftelijk bevraagd.

In het toekomstige vervoerplan van De Lijn, waarvan je hier de presentatie kan bekijken, staan de volgende knooppunten in BHV: Brussel-centrum, Zaventem Luchthaven, Halle, Vilvoorde, Meise, Heizel, Asse, Zellik, Dilbeek, Schepdaal, COOVI, Zuun, Gooik, Sint-Genesius-Rode, Tervuren en Kraainem.

De Lijn wil in 2020 tussen deze knooppunten sneltrams en regionale trams zien rijden. Sneltrams, zoals de kusttram, naar de luchthaven, langs de A12, op de Ninoofsesteenweg, op de Haachtsesteenweg, vanuit Aalst en vanuit Leuven naar Brussel, staan op het verlanglijstje van De Lijn. “Mensen nemen sneller de tram dan de bus. We hopen dat de sneltrams bij de gemeentebesturen op meer enthousiasme worden onthaald dan de busbanen”, zei Joost Swinnen tijdens zijn uiteenzetting.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten